Uit een nieuwe EU-studie blijkt dat het belangrijk is dat filmeducatie in de leerplannen wordt opgenomen. De studie bestaat uit drie delen. Ten eerste is er nagegaan hoe films worden gebruikt binnen scholen en hoe filmeducatie past binnen de leerplannen. Ten tweede keek men naar hoe films ter beschikking worden gesteld voor scholen door de industrie. En tenslotte analyseerde men het juridische kader in Europa voor het tonen van films in de scholen.

Er wordt ingegaan op belangrijke barrières zoals copyrightregels, zakenmodellen van de creatieve industrie maar ook op (lacune in) schoolcurricula, waaronder beeld- en mediageletterdheid.

De belangrijkste bevindingen:

• Binnen scholen: filmeducatie wordt niet herkend als een onderwerp binnen de leerplannen, en meestal dient film als illustratie van andere vakken. Het bestuderen van filmeducatie is vaak afhankelijk van individuele leerkrachten.
• Binnen de filmindustrie: het verlenen van licenties voor films zodat deze binnen een schoolcontext getoond kunnen worden, is geen prioriteit voor de industrie, hoewel er wel zeer goede vergunningenstelsels bestaan ​​in sommige lidstaten.
• Het juridische kader: EU-lidstaten hebben de uitzondering voor illustratie in heel verschillende manieren toegepast en er is veel rechtsonzekerheid over de omstandigheden waarin de films kunnen worden gebruikt in de context van het onderwijs.

Daarnaast zijn er ook enkele aanbevelingen opgenomen over hoe men het gebruik van films en andere audiovisuele content in Europese scholen beter kan faciliteren. De aanbevelingen zullen worden gebruikt bij de beoordeling van de  Film literacy support scheme van Creative Europe MEDIA, en zal ook worden meegenomen in de discussies over de hervorming van het auteursrecht.

Deze bijdrage is een vrije vertaling van het Engelstalige artikel 'The schools in Europe are not using films and audiovisual material to the full' op de website van de Europese Commissie. Het volledige rapport kan men hier nalezen.