2018 MICTIVO 3: ken jezelf
Het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming past het maxime 'Ken jezelf' al sinds 2006 toe op de integratie van ICT in onderwijs. Met MICTIVO organiseren ze sindsdien een monitor van onderwijs-ICT-indicatoren over ‘infrastructuur en beleid’, ‘gebruik’, ‘competenties’ en ‘percepties’. Na MICTIVO 1 en 2 (respectievelijk in 2006–2007 en 2011-2012) verschenen op 22 oktober 2018 de resultaten van MICTIVO 3. Daarin bevroegen de onderzoekers van de KULeuven, de UGent 687 directieleden, 1424 leerkrachten en 2958 leerlingen in 704 scholen en Centra voor Basiseducatie. Ze brachten hun bevindingen samen in een klepper van een rapport van bijna 600 pagina’s. We zochten daarin voor u alvast de eerste interessante bevindingen over mediawijs onderwijs.
Algemeen
Qua infrastructuur
- Desktops en vaste computerlokalen worden iets minder belangrijk, afzonderlijke camera’s gaan eruit, laptops en tablets stijgen in belang.
- Interne netwerken worden vervangen door draadloze netwerken.
- Meer dan 93% van de lagere en bijna 80% van de secundaire scholen werken ondertussen met digitale borden, voor buitengewoon onderwijs ligt dat duidelijk lager (ruim 74% en ruim 62%).
- Ruim 97% van de scholen werkt met een digitaal leerlingen volgsysteem (behalve BuSO), en gemiddeld 70% beschikt over software voor leerlingen met een functiebeperking.
- Tegelijkertijd stijgt de ouderdom van het computerpark, in lagere en buitengewone scholen is de helft ervan ouder dan 4 jaar.
- Over het algemeen zien we dat zowel leerkrachten lager onderwijs, secundair onderwijs, als lesgevers Basiseducatie vandaag minder tevreden zijn over de kwaliteit van de ICT-infrastructuur dan tien jaar geleden. Jongere leerkrachten secundair scoren dat nog wat negatiever dan oudere leerkrachten secundair.
Over beleid, gebruik en tevredenheid:
- Directies zijn vaak tevreden over het ICT-beleidsplan op school, maar leerkrachten weten vaak niet wat erin staat of zijn er vaak duidelijk minder tevreden over.
- Directies zijn dan weer ontevreden over het technische nascholingsaanbod.
- Leerkrachten uit het lager onderwijs zijn duidelijk positiever dan voordien over hun ICT-gebruik, over hun pedagogisch-didactische competenties en hun computerervaring dan vijf jaar geleden.
- Voor het secundair onderwijs tonen ze dezelfde evolutie voor pedagogisch didactische competenties en computerervaring, en ze zijn positief over hun eigen professionalisering in het kader van ICT. Maar het valt op dat ze minder ICT gebruiken tijdens de les.
- Minstens 60% van de leerkrachten maakt één tot meerdere keren per maand gebruik van ICT in de les. Dat is natuurlijk goed, maar lijkt toch relatief weinig en is op vijf jaar tijd niet substantieel veranderd. Leerlingen rapporteren hier nog lager over: meer dan de helft zegt dat ICT slechts enkele keren per jaar ingezet wordt.
- Tegelijkertijd zijn leerkrachten positiever over het pedagogisch nascholingsaanbod.
Sociale-mediagebruik
Sociale-mediagebruik in functie van de school steeg niet erg veel en varieert van enkele keren per jaar in de lagere school tot bijna wekelijks in het secundair. Sociale-mediagebruik is populairder bij meisjes, bij de oudere graden in het secundair en bij ASO en TSO tegenover BSO.
‘Thuis’ is het een ander verhaal: zowel bij leerkrachten om lessen voor te bereiden, als bij leerlingen in functie van huiswerk is het ICT-gebruik wel gestegen. Bijna alle leerlingen hebben thuis toegang tot een computer met internet (99,4% in het lager onderwijs en 100% in het secundair onderwijs), en ook meer en meer leerlingen beschikken over een eigen computer, vooral in TSO. Meisjes geven daarbij aan ICT thuis wat vaker voor huiswerk te gebruiken, terwijl jongens vaker voor vrije-tijdsactiviteiten. Maar voor cijfers over het gebruik van digitale media door kinderen en jongeren buiten de klas, gaan we toch beter te rade bij Apestaartjaren.
Mediawijsheid
MICTIVO 3 hoopt ook meer indicaties te geven over mediawijsheid in ons onderwijs.
Het onderzoek bevraagt leerkrachten op drie manieren over mediawijsheid.
- ‘Kennis en attitudes met betrekking tot mediawijsheid’: gaat na in welke mate leerkrachten het ermee ‘eens’ zijn dat ze aandacht besteden aan aspecten zoals ethisch gedrag bij het chatten, een veilig wachtwoord kiezen, reclame herkennen op het internet, betrouwbare informatie vinden op het internet, bronnen citeren en opletten voor virussen, hackers en spam.
- ‘Zoekvaardigheden op het internet’: vraagt hoe vaak leerkrachten aandacht besteden daaraan.
- ‘Hogere orde vaardigheden’: vraagt naar hoe vaak leerkrachten aandacht besteden aan twee vaardigheden, namelijk een goede link in de zoekresultaten kunnen herkennen en besef hebben van de gevolgen en gevaren van het delen van persoonlijke gegevens op het internet.
Leerkrachten over hun aanbod
- Zowel leerkrachten uit lager, als secundair onderwijs zijn het er “eerder mee eens” dat ze aandacht besteden aan kennis en attitudes voor mediawijsheid.
- Zoekvaardigheden op het internet en hogere orde vaardigheden behandelen leerkrachten in de lagere school gemiddeld “enkele keren per jaar”. Bij de eerste twee aspecten scoren leerkrachten zesde leerjaar duidelijk hoger dan het derde en vierde leerjaar en vijfde én zesde leerjaar duidelijk hoger dan het eerste en tweede leerjaar. Bij de laatste twee aspecten scoren mannelijke leerkrachten zichzelf iets hoger.
- Bij leerkrachten secundair onderwijs variëren de laatste twee aspecten van “enkele keren per jaar” tot “één of meerdere keren per maand.”
- Leerkrachten uit het TSO besteden merkelijk meer aandacht aan mediawijsheid en zoeken op internet dan leerkrachten ASO.
- In het buitengewoon onderwijs komen de kennis en attitudes voor mediawijsheid in het lager onderwijs eerder weinig aan bod, en gaan ze enkele keren per jaar in op zoekvaardigheden op internet en hogere orde vaardigheden. In het buitengewoon secundair onderwijs scoren leerkrachten hun aandacht voor mediawijsheid hoger dan in het gewoon onderwijs, voor de andere twee aspecten scoren ze op een gelijk niveau.
- Lesgevers uit de basiseducatie besteden gemiddeld geen aandacht aan kennis en attitudes met betrekking tot mediawijsheid en behandelen enkele keren per jaar zoekvaardigheden op het internet en hogere orde vaardigheden. Mannelijke lesgevers schatten zichzelf telkens hoger in dan vrouwelijke. Bovendien scoren ICT-lesgevers hoger dan NT lesgever en MO lesgevers hoger dan NT2 en NT2 alfa lesgevers.
Leerkrachten over leerlingen
- Leerkrachten uit het lager onderwijs zijn positiever over de kennis en attitudes van leerlingen voor mediawijsheid in vergelijking met MICTIVO2. Leerkrachten secundair zijn minder positief over de kennis en attitudes van leerlingen voor mediawijsheid. Ze zijn wel positiever over de zoekvaardigheden en hogere orde vaardigheden van de leerlingen.
- In beide gevallen vinden leerkrachten dat leerlingen competenter omgaan met ICT dan in de vorige bevragingen. Eén van de weinige verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke leerkrachten in dit onderzoek is dat mannen die competenties bij hun leerlingen vaak hoger inschatten.
Leerlingen over zichzelf
- Leerlingen uit zowel lager, als secundair onderwijs schatten hun attitudes en kennis voor mediawijsheid vrij hoog in. Ze zijn het er bijvoorbeeld mee “eens” dat ze weten hoe je een veilig wachtwoord moet kiezen en hoe je betrouwbare informatie moet vinden op het internet. Tegelijkertijd antwoorden ze dat ze slechts soms de bron en datum van de informatie controleren, of informatie controleren met andere informatie.
- Leerlingen uit het zesde leerjaar scoren hoger voor kennis en attitudes omtrent sociale media dan leerlingen uit lagere jaren, maar er zijn al bij al weinig verschillen tussen de inschatting over hun mediawijsheid door jongere leerlingen, of oudere leerlingen.
- In de lagere school schatten meisjes hun kennis en attitudes voor mediawijsheid lager in dan jongens en geven ze aan dat ze hun zoekvaardigheden op het internet iets minder toepassen. In het secundair onderwijs is daar geen verschil.
- In vergelijking met de vorige bevragingen rapporteren leerlingen echter zelf een daling voor hun eigen mediawijsheid (let op: het gaat niet over dezelfde leerlingen, maar over de nieuwe ‘generatie’). Ze staan negatiever tegenover computergebruik en zijn minder overtuigd over hun algemene computerkennis en -vaardigheden. En ze vinden dat ze minder goed (weten hoe ze) kunnen e-mailen.
Sociale-mediabeleidsplan
Bij de specifieke onderdelen van een (al dan niet aanwezig) sociale-mediabeleidsplan, waarover zowel directie, als leerkrachten werden bevraagd, vinden we ook een aantal thema’s die horen bij mediawijsheid. Specifiek werd gevraagd of de school een sociale-mediabeleidsplan heeft, en of daarin volgende componenten zitten: ‘als school communiceren met derden’, ‘wat leerkrachten mogen doen op sociale media’, ‘cyberpestbeleid’, ‘sextingbeleid’ en ‘portret- en auteursrecht’.
- Ruim 80% van de directieleden van zowel lager, als secundair onderwijs geven aan dat er zo’n sociale-mediabeleidsplan geldt voor hoe je als school communiceert met derden.
- Lagere scholen scoren beter op ‘wat leerkrachten mogen doen op sociale media (LO: 72,2%, SO: 56,3%), terwijl secundaire scholen hoger scoren bij de resterende aspecten: ‘Cyberpestbeleid’ (LO: 60,8%, SO: 82,4%), ‘Sextingbeleid’ (LO: 17%, SO: 48,1%), Portret- en auteursrecht (LO: 59,3%, SO: 72,8%).
- Maar ongeveer de helft van de leerkrachten weet niet of er zo’n plan is of of die componenten erin staan. Bij leerkrachten gewoon lager onderwijs komen de cijfers van wie het wel denkt te weten overeen met die van de directie. Volgens leerkrachten secundair onderwijs die het wel denken te weten, komen die componenten veel minder vaak voor, dan volgens de directie. De leerkrachten buitengewoon lager onderwijs zijn nog minder dan andere leerkrachten op de hoogte van zo’n plan, en zowel in BULO, als BUSO geeft wie het wel denkt te weten, veel vaker aan dat die componenten er niet zijn. Bij lesgevers Basiseducatie is de grote meerderheid er niet van op de hoogte.
Lees meer over
Referentie MICTIVO 3
Heymans, P. J., Godaert, E., Elen, J., van Braak, J., & Goeman, K. (2018). MICTIVO2018. Monitor voor ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs. Eindrapport van O&O-opdracht: Meting ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs (MICTIVO). KU Leuven / Universiteit Gent.