Beeldgeletterdheid: het plan
Ter inleiding
We leven in een wereld vol beelden. Beelden die informatie overbrengen, informatie ondersteunen, een persoonlijke uitdrukking willen geven. Dat gebeurt in verschillende contexten (op school, thuis, op het werk, in de vrije tijd) en via verschillende dragers (telecommunicatie, audiovisuele media, geschreven pers, multimedia zoals sociale netwerksites, beeldende kunst, persoonlijk fotomateriaal, …). Daarnaast zijn er ook tal van opties om zelf beelden te creëren en blijven de mogelijkheden groeien. Waar vroeger de kost van foto’s nemen en ontwikkelen redelijk hoog was, is dit vandaag voor meer mensen toegankelijk. En bijvoorbeeld het groeiend aantal applicaties op diverse mobiele toestellen vergroot die mogelijkheden nog meer.
Willen we de wereld van vandaag en morgen begrijpen, en willen we er ook actief aan deelnemen, is het absoluut noodzakelijk om te werken aan beeldgeletterdheid.
Beeldgeletterdheid, een definitie
“Beeldgeletterdheid omvat alle (vereiste) kennis, vaardigheden en attitudes om visuele voorstellingen of afbeeldingen te begrijpen, te gebruiken en betekenis te geven.” (Referentiekader Beelgeletterdheid, Departement Onderwijs & Vorming)
Deze definitie is nog zeer breed, en vraagt om werkbaar te zijn een verfijning van het concept ‘visuele voorstelling of afbeelding’. Het referentiekader maakt die inperking door nadruk te leggen op het creatieve én/of (multi)mediale aspect van beeldgeletterdheid. Beelden die geen enkele creatieve of (multi)mediale component omvatten (zoals wiskundige grafieken en aardrijkskundige kaarten) worden op die manier uitgesloten.
‘Visuele voorstellingen of afbeeldingen’ waar het bij beeldgeletterdheid dus wél om draait, zijn bijvoorbeeld:
- foto’s
- video’s
- films
- cartoons
- tekeningen
- schilderijen
- advertenties
- posters
- beeldende kunst
- ...
Met andere woorden: het draait om beelden waarbij de producent van het beeld - al dan niet bewust - een eigen perspectief in het beeld gelegd heeft.
Beeldgeletterdheid wordt - naast bijvoorbeeld informatiegeletterdheid en documentgeletterdheid - gezien als een onderdeel van mediageletterdheid of mediawijsheid (wat inwisselbare synoniemen van elkaar zijn).
Educatie van beeldgeletterdheid
Door de informatie- en communicatietechnologieën komen we er mee in contact en ontwikkelen we in alledaagse, informele leerprocessen enkele noodzakelijke vaardigheden. Op die manier leren we er op zijn minst functioneel mee omgaan.
De ontwikkeling van de competenties die nodig zijn om beeldgeletterd te zijn, staan dan ook los van leeftijd, leefsituatie of leeromgeving. Het kan met andere woorden op alle leeftijden verworven worden en we komen er in diverse contexten mee in aanraking.
Ondanks het feit dat iedereen er in verschillende contexten mee in aanraking komt en op alle momenten in zijn leven, blijven er hiaten in de competenties om daarmee bewust om te gaan.
Er spelen vier dynamische en doorkruisende processen die een rol spelen bij het verwerven van competenties in beeldgeletterdheid:
- Expressie: het zich kunnen uitdrukken in functie van communicatie en van creatieve expressie;
- Reflectie: het ontwikkelen van identiteit (individueel bewustzijn) en burgerzin (maatschappelijk bewustzijn) via verschillende media;
- Personalisatie: het zich eigen maken van informatie en media;
- Socialisatie: zich sociaal en cultureel ontwikkelen via netwerking en deelname aan de samenleving als autonoom en verantwoordelijk individu/burger
Via deze processen komt men tot een reeks van competenties die een persoon beeldgeletterd maken (zie verder). Het is echter een proces dat nooit helemaal “af” is. Beeldgeletterdheid zit verweven in tal van leercontexten en -situaties. Het moet dus ook transversaal (leergebied- en vakoverschrijdend) aangepakt worden in het onderwijs en verdient eveneens een plaats in diverse niet-formele educatieve settings, zoals nu al het geval is in filmclubs, kunsteducatieve verenigingen, ...
Het onderzoek Beeld in beeld ging na wat de plaats van beeldgeletterdheid is in de huidige ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het Vlaamse basis- en secundair onderwijs. Daaruit blijkt dat de verschillende beeldgeletterdheidscompetenties aan bod komen tot en met de eerste graad van het secundair onderwijs. Nadien lijkt het alsof ze als verworven worden beschouwd en worden ze voornamelijk ingezet ter ondersteuning van communicatie binnen de taal-/talige vakken. Er is een focus op het functioneel gebruiken van beelden (bv. het linken van beelden aan andere types communicatie), en veel minder op het gebruik van beelden als vorm van expressie of argument.
Beeldgeletterdheidscompetenties
Het Referentiekader Beeldgeletterdheid ziet dat er vier generieke competenties zijn - met de daarin onderliggende kennis, vaardigheden en attitudes - die essentieel zijn om vorm en betekenis te geven aan beelden. Deze zijn gebaseerd op de ‘culturele basisvaardigheden’ uit het Cultuur in de Spiegel-onderzoek: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren. Deze vier basisvaardigheden laten zich ook specifiek toepassen op het domein van beeldgeletterdheid en kunnen als volgt omschreven worden:
1. Toegang tot en waarneming van beelden
De toegang tot beelden vergt vaak technische vaardigheden, zoals het “bedienen” van een medium, bijvoorbeeld bij het zoeken van specifieke visuele informatie op het internet (surfen, navigeren, ...).
Waarneming is op zich een sensorische activiteit – in vele gevallen zelfs een automatisme. Het waarnemen van een beeld is, net als de toegang hebben tot beelden, geen passieve activiteit. Het houdt ook de (selectieve) keuze in om beelden op te nemen, er aandacht aan te geven, ze (al dan niet) te herkennen en ze op een specifieke manier op te slaan (bv. zich te herinneren).
2. De exploratie en het gebruik maken van beelden (mentaal en fysiek)
Het mentale gebruik van beelden impliceert het plaatsen van beelden, gekoppeld aan eerdere waarneming of reeds bestaande kennis. Op die manier worden de mogelijkheden van wat waargenomen werd verder verkend. Het is een creatieve competentie die dus verder gaat dan het louter herkennen en opnemen van beelden. Het omvat bijvoorbeeld ook het fantaseren op basis van beelden.
Het fysieke gebruik van beelden gaat om het gebruiken van beelden op een materiële of digitale drager om een doel te bereiken. Zo kan je bijvoorbeeld een betoog stofferen of illustreren met beelden, een boodschap aantrekkelijker maken, een kunstzinnige uitdrukking geven aan een eigen gevoel, beelden bewerken om tot nieuwe beelden te komen, ...
3. Het ontwikkelen en toepassen van een beeldtaal
Het interpreteren, classificeren, abstraheren en daarmee dus conceptualiseren van beelden zijn voorwaarden om inzicht te krijgen, niet alleen in één enkel beeld maar vooral in de stroom van beelden en hun samenhang. Het is eigenlijk niets anders dan het leren gebruiken van het vocabularium en de grammatica van de beeldtaal. Een beeldtaal – zoals een moedertaal - veronderstelt uiteraard een gamma aan kennis, vaardigheden en attitudes die mensen al van jongs af beginnen te oefenen en gebruiken.
4. Het analyseren van beelden en beeldcultuur
Om de onderliggende principes van een beeld te begrijpen moeten leerlingen de context van deze beelden kennen. Contextelementen zijn bijvoorbeeld de motieven van de maker van het beeld. In die optiek moet een goede analyse van beelden tot het besef leiden dat bv. een kunstenaar andere motieven heeft om een beeld te maken en te gebruiken dan een commercieel bedrijf.
Op basis van de identificatie van de onderliggende principes van beelden moeten leerlingen ook in staat zijn de betekenis van beelden in te zien en aan beelden betekenis toe te kennen (ook wel: de semantiek van het beeld). Dit omvat competenties zoals het historisch besef van de waarde en betekenis van beelden, het uitdrukken en onderbouwen van de eigen voorkeur en waardering van een beeld(taal), inzicht hebben in de sociale conventies en symbolische waarde van beelden, het kunnen evalueren van beelden volgens verschillende modellen en structuren.
Een plan beeldgeletterdheid
Mediawijs.be, het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid, bracht i.s.m. Canon Cultuurcel experten onderwijs én beeldgeletterdheid samen. Deze groep onderschrijft de idee dat beeldgeletterdheid deel uitmaakt van de volwaardige ontwikkeling van een persoon. Er is nood aan aandacht voor beelden gedurende de hele schoolloopbaan, maar ook in niet-formele leercontexten. Deze expertengroep ziet het als zijn missie om ”mensen in staat te stellen om beelden kritisch te benaderen, de betekenissen ervan te lezen, er zelf betekenis aan te geven en actief en kwalitatief beelden te maken en aan te wenden voor hun maatschappelijke participatie.”
De expertengroep is er van overtuigd dat er heel wat expertise voorhanden is: filmeducatieve verenigingen hebben een uitgebreid aanbod van (kort)films met educatieve pakketten en de know-how om films op juiste wijze te bespreken, kunsteducatieve organisaties hebben de expertise om vonken te doen opspringen en de verbeelding aan te wakkeren, belangenbehartigers van bijvoorbeeld allochtonen of holebi’s hebben workshops over stereotypen die in onze beeldcultuur verworven zit… Het is met andere woorden vooral zaak om de bestaande ervaring en expertise te bundelen en op een goede manier te verspreiden.
Uit het expertenoverleg vloeide een ‘Plan Beeldgeletterdheid’ dat vooral leerkrachten en educatieve medewerkers wil inspireren en ondersteunen. De strategische doelstellingen daarbij zijn:
- Werk maken van de coördinatie en afstemming van projecten en organisaties die werken aan beeldgeletterdheid,
- Werk maken van de opleiding en ondersteuning van leerkrachten,
- Werk maken van het ontsluiten en creëren van kansen voor kinderen en jongeren om zelf aan de slag te gaan met beelden en de opleiding en ondersteuning van de begeleiders van kinderen en jongeren in de vrije tijd,
- Werk maken van het ontsluiten en creëren van kansen voor volwassenen om zelf aan de slag te gaan met beelden
De eerste stappen: verzamelen en vormen
Hoewel alle doelstellingen en onderliggende acties belangrijk zijn, werden door het expertenoverleg enkele prioritaire doelstellingen naar voren geschoven:
1. Een veldtekening van de organisaties binnen beeldgeletterdheid
Het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid wil een zicht bieden op de verschillende actoren die actief zijn binnen beeldgeletterdheid. Geen eenvoudige opdracht omdat het woord ‘beeldgeletterdheid’ voor veel organisaties geen bekende term is, zelfs al werken ze er actief aan.
Het is de bedoeling om te weten te komen binnen welke competentieclusters van beeldgeletterdheid ze actief zijn en waarvoor anderen (leerkrachten, andere verenigingen, …) op hen beroep kunnen doen.
2. Een verzameling van tools en inspirerende praktijkvoorbeelden
Het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid wil een zicht bieden op de verschillende actoren die actief zijn binnen beeldgeletterdheid. Geen eenvoudige opdracht omdat het woord ‘beeldgeletterdheid’ voor veel organisaties geen bekende term is, zelfs al werken ze er actief aan.
Het is de bedoeling om te weten te komen binnen welke competentieclusters van beeldgeletterdheid ze actief zijn en waarvoor anderen (leerkrachten, andere verenigingen, …) op hen beroep kunnen doen.
Verschillende organisaties bieden lespakketten aan, anderen hebben websites met beeldmateriaal, anderen hebben technische handleidingen over het gebruik van tools die kunnen helpen om beelden te begrijpen… We willen een overzicht van de verschillende tools die voorhanden zijn en deze verspreiden. Zodat leerkrachten en educatieve medewerkers er direct mee aan de slag kunnen.
Extra aandacht zal gaan aan het aanbieden van bruikbaar beeldmateriaal. Aangezien heel wat interessant beeldmateriaal niet zomaar bruikbaar is in elke (educatieve) context, is dat voor velen een moeilijke zoektocht waarin extra steun nodig is.
In sommige gevallen is een concrete tool misschien niet direct voorhanden, maar kunnen wel praktijkvoorbeelden aangereikt worden die kunnen inspireren.
3. Een opleiding voor leerkrachten
Leerkrachten inspireren kan op verschillende manieren. Door hen bijvoorbeeld concrete tools aan te reiken die ze in één of meerder vakken kunnen gebruiken of door praktijkvoorbeelden te verspreiden via studiedagen of brochures. Quasi kant en klare pakketten kunnen interessant zijn om een brede groep mee te krijgen in dit verhaal. De onderwijzer die hierin nog veel ondersteuning vraagt, zal immers eerder overhaald worden door een bruikbaar en welomschreven aanbod.
We willen echter ook leerkrachten vormen over beeldgeletterdheid. Het theoretisch kader daarover wordt immers niet of slechts zeer kort meegegeven in de huidige lerarenopleidingen. We willen daarin een evenwichtige aandacht voor de vier generieke competenties van beeldgeletterdheid: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren. En dit binnen verschillende beelddragers (foto, video, tekeningen…). Alsook voor de toegang tot beelden en het auteurs- en portretrecht daar daar zeer nauw mee samenhangt.
Op termijn lijkt het ons nuttig om een traject rond beeldgeletterdheid te koppelen aan bestaande opleidingen. Met lerarenopleidingen willen we nagaan hoe beeldgeletterdheid een plek kan krijgen in (of - op zijn minst - aanvullend op) het aanbod. Zo zou het een verdiepend traject ‘beeldgeletterdheid’ kunnen worden binnen de reeds bestaande Mediacoach-opleiding. De focus ligt daar immers niet enkel op theorie, maar ook op het realiseren van concrete activiteiten voor in de eigen praktijk: doel is dat deelnemers een zelfstandig project opzetten binnen de eigen organisatie. Binnen de Mediacoach-opleiding komen er op dit moment al verschillende aspecten van beeldgeletterdheid aan bod (bv. in de modules over mediaproductie of informatie en reclamewijsheid), maar is een uitbreiding een logische zaak. Maar we willen uiteraard ook nagaan of het in andere nascholingstrajcten evt. een plaats kan krijgen. Hiervoor gaan we zeker in overleg met pedagogisch begeleiders van de verschillende onderwijskoepels en nascholingsinstellingen.
Het is de bedoeling om in september te proefdraaien met een mini-opleiding beeldgeletterdheid, begeleid door verschillende organisaties die de nodige expertise hebben. Hieruit wordt geput uit de huidige groep die deelneemt aan de overlegmomenten beeldgeletterdheid van het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid, aangevuld met organisaties uit de veldtekening.
We proberen ook opnames te maken van die opleiding, zodanig dat de info kan gebruikt worden in de Mediacoach-opleiding die in het najaar van 2016 start gaat en zodat ook niet-aanwezigen ermee verder kunnen.
Plannen voor later
Op basis van de veldtekening van organisaties en de verzameling van bestaande tools, zal duidelijk worden waar er hiaten zitten en kunnen zo ook nieuwe tools ontwikkeld worden met verschillende partners uit het veld. Voor onderwijs willen we hiervoor zeker samenwerken met de lerarenopleidingen en de pedagogisch begeleiders van de verschillende koepels.