Onderzoeksmonitor
11 februari 2020

2020 EU Kids Online: resultaten uit Vlaanderen

In dit rapport worden de Vlaamse bevindingen uit het EU Kids Online project over de online risico-ervaringen, de mogelijke schade van deze ervaringen en de online weerbaarheid en copingstrategieën van jongeren tussen 13 en 21 jaar gepresenteerd.

Jongeren spenderen steeds meer tijd online, en als gevolg wordt het onvermijdelijk dat ze daarbij blootgesteld worden aan diverse online risico’s. Risico’s worden gedefinieerd als online activiteiten die mogelijk schadelijke gevolgen hebben voor het welzijn en de ontwikkeling van jongeren (Livingstone, Haddon, Görzig, & Ólafsson, 2011). Het is hierbij echter belangrijk om op te merken dat in dit rapport de online risico-ervaringen van jongeren beschreven worden zoals ze door ouders, opvoeders, en experts gedefinieerd zijn. Hun perceptie van online risico-ervaringen kan verschillen van die van jongeren, omdat deze mogelij niet elke online activiteit die volgens volwassenen een risico inhoudt, als negatief of schadelijk beschouwen (Livingstone, Mascheroni, & Staksrud, 2015).

In dit rapport worden drie types risico’s besproken die jongeren kunnen ervaren op het internet (Hasebrink, Livingstone, & Haddon, 2009):

  • Contentrisico’s: Jongeren worden blootgesteld aan mogelijk schadelijke inhouden, zoals hate speech of pornografie.
  • Contactrisico’s: Jongeren nemen deel aan mogelijk schadelijke online interacties, zoals sexting.
  • Conductrisico’s: Jongeren stellen gedrag waarbij er een duidelijk slachtoffer en een duidelijke dader is, zoals bij cyberpesten of grooming.

Ouders, experts, en beleidsmakers hebben hun bezorgdheden over de negatieve gevolgen van deze online risico-ervaringen voor jongeren geuit. Het is hierbij echter belangrijk om onderscheid te maken tussen de risico’s die jongeren online tegenkomen en de negatieve gevoelens die ze ten gevolge hiervan ondergaan. Onderzoek toont namelijk aan dat niet alle jongeren zich overstuur voelen na wat door opvoeders, experts en ouders als risico-ervaring wordt gedefinieerd (Livingstone et al., 2011).

Dit kan twee redenen hebben. Ten eerste omdat wat vanuit het oogpunt van de ouders, opvoeders en experts als risico-ervaring wordt gezien wel eens een plezierige ervaring kan zijn voor de jongeren. En ten tweede blijken sommige jongeren meer weerbaar te zijn tegen de negatieve gevolgen van online risico-ervaringen dan anderen, doordat ze bijvoorbeeld de capaciteiten hebben om “om te gaan met een negatieve online ervaring: niet passief blijven maar het probleem actief aanpakken om zichzelf te beschermen tegen toekomstige schade” (Vandoninck, d’Haenens, & Roe, 2013). Door communicatieve en proactieve copingstrategieën te gebruiken zijn jongeren mogelijk in staat om de negatieve gevolgen van online risico-ervaringen te vermijden of om er op een effectieve manier mee om te gaan.

Dit rapport bestaat uit drie delen. In het eerste deel worden de bevindingen over de online risico-ervaringen van Vlaamse jongeren gepresenteerd. Hierbij focussen we specifiek op vijf risico’s: blootstelling aan seksuele inhoud, blootstelling aan andere types potentieel schadelijke inhoud, online contact en face-to-face ontmoetingen met vreemden, sexting, en cyberpesten. Hierbij zullen ook de negtatieve gevoelens na deze risico-ervaringen van jongeren aan bod komen.

In het tweede deel van dit rapport worden de bevindingen over de online weerbaarheid en de copingstrategieën van Vlaamse jongeren behandeld. We bespreken specifiek het gebruik van communicatieve, proactieve, en passieve copingstrategieën.

In het derde en laatste deel van het rapport bespreken we enkele implicaties voor ouders, opvoeders, en experts.

Bijlagen

Werken mee aan dit initiatief

Doelgroep

Doelstellingen