Hoe kinderen begeleiden in hun (mobiel) internetgebruik?
Mobiel internet = privé-internet
Met de opkomst van mobiele media (tablets, smartphones) is het voor kinderen nog gemakkelijker om zelfs binnenshuis op een ‘private’ manier online te gaan, en is het voor ouders nog moeilijker om een oogje in het zeil te houden. Even over de schouder meekijken op dat éne grote computerscherm in de woonkamer is niet meer van toepassing in veel gezinnen. Met mobiele toestellen kunnen kinderen zich haast ongemerkt terugtrekken in hun eigen online wereld.
Ellen (moeder van Jeff, 13 jaar): Ja, ’s avonds zit die in de zetel, zo in zijn hoekje. Zo dat we niet kunnen meekijken. Want als ik zo probeer mee te zien, dan … dat mag ik niet zien.
Omdat mobiele toestellen veel meer gericht zijn op geprivatiseerd internetgebruik, hebben veel ouders het gevoel dat ze de controle verliezen en is het voor hen een hele uitdaging om hun kinderen hierin op een passende manier te begeleiden. Toch blijkt uit studies dat steun en begeleiding door ouders aangewezen is. Wanneer ouders actief betrokken zijn bij de online activiteiten van hun kinderen leren zij beter omgaan met online risico’s en weten ze de (educatieve) mogelijkheden van het internet beter te benutten (Vandoninck, d’Haenens & Ichau, 2014).
De uitdaging voor ouders ligt erin om een evenwicht te vinden tussen actieve begeleiding, controle van online activiteiten en het opleggen van restricties, afhankelijk van de leeftijd en persoonlijkheid van het kind.
Op zoek naar een evenwichtige mix van begeleidingsstrategieën
Actieve begeleiding van het internetgebruik
- Praten over wat je kind doet online
- Naast je kind zitten terwijl het online gaat
- In de buurt zijn wanneer je kind online gaat
- Je kind aanmoedigen om leerrijke dingen op het internet te ontdekken
- Samen iets doen met je kind online (vb: spelletje spelen)
Bea (moeder van Maxim, 9 jaar): Ik vind dat belangrijk dat ze dat echt wel zien, dat een privébericht daarom niet altijd zo privé is. En ik probeer dat 100 keer te zeggen tegen ons mannen, en met sms-en is dat ook. Ik zeg als je vijf keer moet sms-en naar dezelfde persoon … dat wil zeggen dat je boodschap niet gemakkelijk verteld kan worden … pak dan de telefoon, en zeg het! In de plaats van zo met berichtjes… Ik zeg, af en toe moet je eigenlijk wel een keer een sms lezen met een boze stem, met een vrolijke stem, met een andere stem… om te zien hoe dat kan geïnterpreteerd worden. En daarmee heb ik ook zoiets van … daarmee moet die computer ook echt wel in de living blijven staan. Totdat ze daar echt fatsoenlijk mee om kunnen.
Nadia (moeder van Nele, 14 jaar): Wij hebben heel veel met haar gesproken over wat internet is, internet is eigenlijk de krant van de wereld zeggen wij. Wat daar op staat … he, dat blijft er ook op staan. Het is niet omdat je op ‘delete’ duwt dat het weg is. Zij weet ook van … pedofielen en toestanden, dat hebben wij met haar allemaal vanaf het zesde leerjaar heel duidelijk besproken.
Actieve begeleiding van online veiligheid
- Je kind helpen met een moeilijke of technische taak op het internet (vb: privacy-instellingen aanpassen)
- Uitleggen waarom een bepaalde inhouden goed of slecht zijn
- Je kind uitleggen of tonen op welke manier hij/zij veilig op internet kan gaan (vb: spam filter tonen, tips voor een veilig paswoord geven)
- Je kind uitleggen of tonen hoe hij/zij online met mensen omgaat (vb: woordgebruik online)
- Je kind helpen of steunen wanneer hij/zij een slechte ervaring heeft gehad online (vb: na ervaring met cyberpesten of gehackt profiel)
- Praten met je kind over mogelijke negatieve ervaringen online (vb: praten over online incidenten die in de media komen)
Katrien (moeder van Yannick, 13 jaar): Hij had een slechte toets gehad. En toen op Facebook iets gezegd, iets slechts over die leerkracht. Niks echt extreem erg, maar ik weet het precieze woord niet meer. Dus, hij is dat tegen mij komen zeggen. En ik zeg: ‘Yannick, maar zo’n dingen moet je toch niet op het internet zetten!’ En hij zegt: ‘Maar dat is niet voor iedereen, dat is in een gesloten groep van mijn klas’. En ik zeg: ‘Dan nog moet je dat niet doen!’ Dus ik leg nog eens uit dat dat een slecht plan is, en dat altijd andere mensen dat kunnen zien. Maar hij zegt, dat is een gesloten groep, dus dat is niet openbaar. En ik had zoiets van OK, maar toch vind ik dat je dat niet moet doen. En daarmee was het gesprek afgesloten.
Actieve begeleidingsvormen komen iets vaker voor bij jongere kinderen (9-12 jaar) en bij (tiener)meisjes. Bij jongere kinderen is de aanleiding vaak een praktisch probleem, waarbij ze komen aankloppen bij de ouders omdat ze vast zitten met iets. Hun (technische) digitale vaardigheden zijn op jonge leeftijd vaak nog ontoereikend, en ouders maken dan van deze gelegenheid gebruik om samen met hun kind aan de slag te gaan aan de computer, tablet of smartphone. Bij tienermeisjes zit de aanleiding eerder in bezorgdheid vanwege de ouders over de online reputatie van hun dochter, namelijk de manier waarop hun kind zichzelf presenteert online. Ouders willen vermijden dat hun dochter zich op ongepaste wijze profileert op het internet, en gaan daarom in dialoog met hun kind hierover (Mascheroni & Cuman, 2014).
Beperkingen opleggen (restrictieve begeleiding)
- Beperkingen op vlak van inhoud (vb: geen gewelddadige spelletjes spelen, niet naar seksuele inhouden kijken)
- Beperkingen op vlak van tijd (vb: niet online na bepaald tijdstip ’s avonds, een afgesproken aantal minuten per dag online mogen gaan)
- Beperkingen op vlak van locatie (vb: niet aan tafel tijdens de maaltijden, niet alleen op de slaapkamer tijdens het huiswerk maken)
Brigitte (moeder van Marthe, 13 jaar): De telefoon is juist van hetzelfde. En daar verschieten wij soms van, als wij nog beneden zitten, als Marthe al naar boven is, dat dan om 11 uur die gsm nog af gaat. Of om half twaalf, dat je denkt van, oh nee help! En Marthe zegt nu zelf van, ik ben eigenlijk nu blij, dat die gsm beneden blijft. Want ik zie, mijn vriendinnen die zitten dan achter hun bureau met hun gsm. En dan kan je toch niet studeren.
Nathalie (moeder van Matthias, 11 jaar): De oudste zoon is de ergste. Als je die twee minuten niet in het oog houdt, zit die op zijn tablet. En die wordt daar ook heel chagrijnig van. Die wordt daar … wij zeggen altijd … jij wordt daar agressief van. Allez, hij wordt niet agressief, maar die wordt wel zo … prikkelbaar ervan. Da’s het juiste woord. En hij beseft dat nu zelf ook. Hij had dat vroeger met de Nintendo ook al, dan werd hij zo heel opgejaagd. Nochtans, controleren wij wel welke spelletjes ze krijgen. Zij krijgen van ons geen GTA bijvoorbeeld.
In vergelijking met andere Europese landen hanteren Belgische ouders vaker een restrictieve aanpak; in België gaat het om 76% van de ouders (65% in EU). Hoewel het opleggen van beperkingen in bepaalde omstandigheden zeker zinvol en soms noodzakelijk is, kan een al te restrictieve aanpak de ontwikkeling van digitale vaardigheden en online weerbaarheid in de weg staan. Als jongeren te zeer beperkt worden in hun online activiteiten, kunnen ze ook niet leren uit hun fouten en hebben ze het nog moeilijker om weerbaarheid op te bouwen tegen online risico’s (Livingstone e.a., 2012). Op jongere leeftijd (9-12 jaar) komt restrictieve begeleiding logischerwijze vaker voor. Kinderen moeten immers stap voor stap zowel de opportuniteiten als de mogelijke risico’s van het internet ontdekken, en het is een normale reactie van ouders om jongere kinderen af te schermen van bepaalde ongepaste inhouden en boodschappen en hun internetgebruik in bepaalde omstandigheden aan banden te leggen. Toch moeten ouders hun tiener langzaamaan het vertrouwen geven en hen durven los laten, zodat het kind zich kan ontwikkelen tot een vaardige en kritische internetgebruiker. Dit is een stapsgewijs proces, waarbij er naar aanleiding van een bepaald incident soms (tijdelijk) weer een aantal beperkingen van toepassing kunnen zijn.
Technische restricties (‘parental controls’)
- Software of tools om internetgebruik van kinderen te controleren, te filteren of in te perken
- Apps om het smartphonegebruik van kinderen te controleren, te filteren of in te perken
Ellen (moeder van Helena, 10 jaar): Ja, maar wij hadden dan wel ook op de computer parental control opgezet. Zo na 10u ’s avonds niks meer. Maar ja, die kunnen dat allemaal omzeilen he [lacht]. Het schijnt dat er nu wel een app is … ik weet niet welke. Je kan dat op je iPhone zetten. Of op je eigen smartphone. En dan kan je zien, je kan zo verbinden met je computer thuis. En dan kan je het scherm volgen van wat je kind aan het doen is. Dan kan je zien wat ze boven doen. Ja, de buurman, die doet dat nu bij zijn dochter. Op haar computer boven.
Niet-technische controles
- Browsergeschiedenis nakijken
- Berichten en/of chatconversaties nakijken
- Profiel op sociale netwerksites nakijken
Nicole (moeder van Sarah, 14 jaar): In privé-berichten merkten we [dat ze soms ruzie maakte] … en dan hebben we eens rond de tafel gezeten, en gezegd dat we dat niet meer kunnen appreciëren, en dat we dat niet willen. En dan hebben we ook heel duidelijk gezegd van … kijk, alles wat je doet op Facebook … wij checken alles. Er komt geen wachtwoord op, het is niet dat wij dat elke week doen, maar … hou er rekening mee dat wij af en toe gaan kijken wat je aan het doen bent. En, we hebben ook afgesproken, als ze in de zetel zit … en ze is iets aan het doen. En ik zeg, mag ik kijken? Dat dat niet is van [maakt gebaar van vlug wegklikken], maar dat ze het onmiddellijk moet laten zien. Omdat we gewoon vinden, een 14-jarige … die moet je nog in het oog houden. Allez, stilletjesaan ga je die moeten lossen, maar nu vinden wij het nog te belangrijk dat ze beseft van … ik kan me niet alles permitteren.
Een controlerende aanpak, en zeker via technische hulpmiddelen, komt minder vaak voor. Toch maken Belgische ouders vaker gebruik van technische controles in vergelijking met de rest van Europa (34% in België, 26% in EU). Ouders zijn niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden van dergelijke ‘parental control’ tools of apps, of ze vinden het te complex om mee aan de slag te gaan. Ook het gevoel dat hun kinderen deze controles toch zouden kunnen omzeilen kan ontmoedigend werken. Opnieuw zijn het de meisjes die vaker gecontroleerd worden, wellicht omwille van een hogere bezorgdheid bij de ouders als het gaat om de contacten die ze leggen via o.a. sociale netwerksites. We zien dat controles een piek kennen in de categorie van de jonge adolescenten (11- 14 jaar). Op deze leeftijd neemt het internetgebruik van jongeren het sterkst toe en ontdekken ze in sneltempo een hele waaier aan online platformen en apps, maar dit is ook de leeftijd waarop kritisch denken nog in volle ontwikkeling is en onbezonnen ‘stommiteiten’ soms snel gebeurd zijn. Wanneer de controles in samenspraak met de kinderen gebeuren, kan dit voor ouders een manier zijn om hun kinderen te begeleiden in deze overgangsfase, waarbij ze gaandeweg meer vertrouwen krijgen wanneer blijkt dat ze in staat zijn om bewust en doordacht met online opportuniteiten en risico’s om te gaan. Controles achter de rug van de kinderen zijn af te raden om dat dit een nadelig effect kan hebben op de vertrouwensband tussen ouder en kind (Mascheroni & Cuman, 2014; Vandoninck, d’Haenens & Ichau, 2014).
Tips voor ouders
- Probeer niet overdreven bezorgd te zijn. Moedig je kinderen aan om op ontdekking te gaan op het internet. Wijs hen daarbij zowel op de leuke als op de minder mooie kanten van het internet.
- Maak je kinderen duidelijk hoe ze kunnen reageren of wat ze kunnen doen als ze met iets vervelends geconfronteerd worden. Bekijk samen hoe en waar ze melding kunnen maken van problematisch gedrag online en bij wie ze terecht kunnen.
- Praat regelmatig met je kinderen over wat ze zelf als vervelend of onaangenaam ervaren op het internet.
- Toon interesse voor de online activiteiten van je kinderen, zorg dat je voeling blijft hebben met hun (online) leefwereld.
- Maak samen met je kinderen duidelijke afspraken over wat wel en niet mag op het internet. Bekijk samen waar de grenzen liggen, en welk gedrag niet OK is (bijvoorbeeld geen aankopen doen online, geen personen toevoegen die ze ‘offline’ nog niet ontmoet hebben, of deze personen in een aparte lijst zetten).
- Afhankelijk van de leeftijd en persoonlijkheid van je kinderen is een zekere mate van controle aangewezen. Speel hierbij open kaart, en vermijd controles ‘achter de rug’ van je kinderen.
- Berichten in de media kunnen een goede aanleiding zijn om met je kinderen te praten over online risico’s, maar jaag hen geen angst aan met dramatische of sensationele verhalen.
- Betrek je kinderen actief als je zelf te maken krijgt met een (mogelijk) online risico; toon hen hoe een spam-bericht eruit ziet, hoe je je privacy-instellingen aanpast, hoe je iemand blokkeert, enz.
- Wissel ervaringen uit met andere ouders en deel met elkaar met welke situaties anderen al geconfronteerd werden en hoe ze dit hebben aangepakt.
- Stimuleer een open communicatieklimaat in het gezin en dreig niet met strenge straffen als je kind betrokken zou raken in een (online) incident. Jongeren weigeren soms te praten uit angst voor straffen of extreme reacties van hun ouders