Artikel

Energiezuiniger leven, hoe zien kinderen dat?

Energiezuiniger leven, hoe zien kinderen dat?

De opwarming van de aarde vormt een grote bedreiging voor ons dagdagelijks leven. Terwijl het essentieel is om energiebesparende investering door te voeren, zoals de installatie van zonnepanelen of een warmtepomp, is het ook van belang om het consumptiegedrag aan te pakken. Dit geldt zeker voor kinderen aangezien zij het vermogen niet hebben om deze dure investeringen uit te voeren. Zij zijn echter wel in staat om kleine gedragsveranderingen door te voeren. Toch is er tot nu toe onvoldoende geweten over waarom en door/voor wie kinderen energiebesparend gedrag stellen. Deze studie probeerde hierop een antwoord te formuleren door enerzijds inzichten te verwerven in kinderen hun kennis, attitudes, morele overtuiging en gedrag omtrent energie in relatie tot klimaatverandering. Anderzijds, onderzocht het ook de invloed van ouders, leerkrachten, media en vrienden op het tot stand komen van hun visie.

Studie opzet

Er werden 29 diepte-interviews uitgevoerd bij kinderen tussen zes en twaalf jaar waarvan 11 kinderen op school werden geïnterviewd, 6 kinderen in een dagopvang en 12 kinderen tijdens een natuurkamp.

Tijdens de interviews die maximum een uur duurden, werden er kennisvragen gesteld (‘welke energiebronnen ken je?’), attitudevragen (‘hoe voel je bij de gevolgen van de klimaatopwarming?’), werd er gepeild naar het morele aspect (‘mensen die energie verspillen zijn ze goed of slecht en waarom?’) en werd hun effectief gedrag bevraagd a.d.h.v. cases. Hiernaast werd per onderdeel nagegaan welke invloed ouders, leerkrachten, media en vrienden hierop uitoefenden.      

Belangrijkste bevindingen

Op cognitief vlak bleek dat kinderen hun kennis over energie in relatie tot de klimaatverandering onvoldoende ontwikkeld was.
Op affectief vlak toonden de resultaten aan dat kinderen vaak negatieve emoties ervaren bij de gedachte van energieverspilling of de gevolgen van de klimaatopwarming. Hiernaast toonden kinderen wel een grote bereidheid om actie te ondernemen maar wisten ze soms niet hoe ze dit konden doen.
Op moreel vlak werd het verspillen van energie omschreven als slecht en vooral bij oudere kinderen riep dit gevoelens van teleurstelling op.
Op vlak van gedrag, voerden kinderen voornamelijk makkelijke en zichtbare gedragingen uit zoals het doven van de lichten bij het verlaten van een kamer.
Tot slot, werden kinderen sterk beïnvloed door ouders en leerkrachten en in mindere mate door media of vrienden.

Over de auteur

Hayley Pearce is doctoraatsonderzoeker aan het Centrum voor Persuasieve Communicatie (CEPEC) van de vakgroep communicatiewetenschappen (UGent). Haar onderzoek focust zich op hoe interventies op gemeenschapsniveau de zorg en het gedrag van kinderen ten gunste van het milieu kunnen stimuleren

Bron afbeelding: skynesher