Online privacy – Wat zegt de Gegevensbeschermingsautoriteit?
Op internet komt onze privacy steeds meer onder druk te staan. Onze gegevens circuleren immers steeds meer, enerzijds omdat we gebruik maken van allerlei online diensten, anderzijds omdat we ze zelf online zetten. Daarom is "onder druk" misschien niet altijd een juiste omschrijving. Het gaat wellicht eerder om een evolutie van hoe wij het begrip privacy invullen.
Voor wat, hoort wat
Dat gezegde is online meer dan ooit van toepassing: je kan online niets kopen of geen lid worden van een sociaal netwerk zonder op z'n minst je e-mailadres prijs te geven – en vaak nog veel meer andere gegevens. De meeste mensen hebben daar geen probleem mee, en dat hoeft ook niet, zolang ze er wat voor in de plaats krijgen. Wettelijk gezien mag een aanbieder van een online dienst je gegevens alleen maar gebruiken om precies die dienst aan te bieden. Wil hij nog andere dingen met je gegevens doen, of ze doorgeven aan een collega, dan moet hij daar je toestemming voor vragen.
En wat als ik nergens van weet?
Het kan best dat je je toestemming hebt gegeven door algemene voorwaarden te aanvaarden. Juridisch gezien klopt dat, menselijk is het natuurlijk een heel andere zaak. De Gegevensbeschermingsautoriteit pleit er daarom voor om algemene voorwaarden en privacyverklaringen zo eenvoudig mogelijk te houden, trouwens ook samen met haar Europese collega's.
Verder kan het natuurlijk ook dat je helemaal geen toestemming hebt gegeven, dus ook niet impliciet. In dat geval kan je best eerst zelf contact opnemen met diegene die een persoonsgegeven van jou (een adres, een tag, een foto, …) ten onrechte heeft verwerkt. Volgens de Privacywet heb je het recht te vragen hoe die persoon aan je gegevens komt, en je kunt ook vragen om iets offline te halen. Let er wel op dat je dat schriftelijk doet. Geen reactie? Klop dan even aan bij de Gegevensbeschermingsautoriteit, dan probeert die te bemiddelen. Als dat nog steeds niets oplevert, kan je klacht indienen bij de politie, meer bepaald de "eCops", wanneer het gaat om internetfraude of cybercriminaliteit.
Beter voorkomen dan genezen …
Ondanks inspanningen van officiële instanties zien we al te vaak dat mensen zelf de hand hebben in online privacyproblemen. Ze gooien zomaar filmpjes op het net, vullen achteloos formulieren in, ook de velden die niet verplicht zijn, posten die supergrappige foto's van een dronken vriend op het feestje van gisteravond…
Hoe je daar tegenover staat, is heel persoonlijk. Voor je eigen privacy ben je met andere woorden zelf je kompas, voor die van een ander is het de persoon in kwestie. Denk dus twee keer na voor je een commentaar met je naam erbij op een publieke website zet, stel je Facebookprofiel in zodat je toestemming moet geven vóór iemand je kan taggen, geef je telefoonnummer enkel door als iemand je effectief moet kunnen bellen, durf te vragen waarom iemand je geboortedatum nodig heeft… en denk ook aan de ander als je zijn gegevens zou willen doorgeven.
Het zijn kleine, maar gezonde privacyreflexen die de Gegevensbeschermingsautoriteit graag zo veel mogelijk mensen zou aanleren. Want zelfs de Gegevensbeschermingsautoriteit vindt het al te gek om de voordelen van technologie uit privacyoverwegingen links te laten liggen.