Artikel

Nieuwswijsheid: Een pleidooi voor vertrouwen

Auteur(s): 

In een online omgeving, waar nieuws vaak naast andere media-inhoud staat, wordt er steeds meer nadruk gelegd op kritisch omgaan met nieuws. Media- en nieuwswijsheidsprogramma’s reiken dan tools aan om mensen (en dan vooral jongeren) kritisch te leren omgaan met (nieuws)berichten. Onderzoek van de UGent toont echter aan dat we moeten opletten met steeds opnieuw benadrukken van mogelijke –al dan niet bewuste– foutieve berichtgeving, omdat deze zou kunnen leiden tot cynisme, of zelfs een daling in het vertrouwen in nieuws.

Discours van nepnieuws

Sinds de presidentiële verkiezingen in 2016 in de Verenigde Staten is duidelijk geworden wat de mogelijke gevaren zijn van nepnieuws. De media berichten sindsdien dan ook regelmatig over fake news of nepnieuws. Bovendien zijn ook deepfakes in opmars, waarbij verschillende videobeelden gecombineerd worden op basis van artificiële intelligentie. Regelmatig verschijnen er berichten van experts die vragen stellen bij de kwaliteit, herkenbaarheid of geloofwaardigheid van nieuwsberichten.

Als reactie op nepnieuws en deepfakes zijn er allerlei initiatieven opgericht om mensen hier tegen te wapenen. De basislogica is dat nepnieuws vaak moeilijk te herkennen is, maar enkele klein aantal tips en tricks (zoals het zoeken naar spellingsfouten of een tweede bron die over hetzelfde bericht) kunnen al veel helpen.

Nieuwswijsheid: Een boomerang effect?

Uit onze recente Apenstaartstudie bij leerlingen van het middelbaar (2000 vragenlijsten + 24 interviews) blijkt echter dat we ook waakzaam moeten zijn voor een boomerang effect, waarbij het omgekeerde van het beoogde effect bereikt wordt. Er is een negatieve relatie gevonden tussen enerzijds nieuwsscepticisme en anderzijds de frequentie in nieuwsgebruik (zowel online als offline), het gevoel dat jongeren als persoon controle hebben over media en een waardering voor mediawijsheid in het algemeen. Mensen die eerder sceptisch zijn ten opzichte van nieuws, raadplegen dus ook minder nieuws en hebben vaker het gevoel dat de media iets met hén doen (ipv zij iets met media). Tot slot hechten meer sceptische mediagebruikers minder belang aan mediawijsheid.                                                     

Nieuwswijsheidsprogramma’s willen dat mensen een gezonde relatie krijgen met nieuws, maar door meermaals te benadrukken dat nieuws mogelijk onjuist is, dreigt er een gevoel van cynisme te ontstaan ten opzichte van nieuws in het algemeen. Met andere woorden: in plaats van leerlingen wegwijs te maken in het nieuwslandschap en de basis te leggen voor een gezonde relatie met nieuws (wat het grotere doel van nieuwswijsheid zou moeten zijn), daalt het vertrouwen in nieuws.

Focus op zelfredzaamheid

Toekomstige initiatieven zouden dan ook moeten werken aan het stimuleren van vertrouwen. Kritisch stilstaan bij de kwaliteit, herkenbaarheid of geloofwaardigheid van nieuws heeft zeker een plek binnen nieuwswijsheidsprogramma’s, maar het bouwen van een duurzame relatie met nieuws primeert. Het is dan ook belangrijk om voldoende goede voorbeelden te geven, zodat deelnemers voeling krijgen met journalistiek en nieuws. Daarnaast mag ook voldoende aandacht uitgaan naar het belang van journalistiek en het professionele eergevoel dat journalisten vaak ervaren (en hoe dat soms botst met de dagdagelijkse realiteit op redacties). Daarnaast blijkt uit onze studie  dat ook zelfredzaamheid centraal hoort te staan in nieuwswijsheidsprogramma’s: wanneer leerlingen het gevoel hebben dat ze kritisch kunnen omgaan met nieuws, raadplegen ze ook vaker nieuws en schatten ze het belang van nieuwswijsheid hoger in.