Mediaopvoeding is ook seksuele opvoeding
Artikel

Mediaopvoeding is ook seksuele opvoeding

Auteur(s): 
Eveline De Bie - Sensoa

De leeftijd waarop kinderen op internet gaan daalt nog altijd. Jongeren die nu 15-16 jaar zijn gingen ongeveer vanaf hun 10e op internet. De kinderen die nu 9 of 10 zijn gingen al op hun 7e op internet (Mascheroni & Ólafsson, 2014). Ouders en begeleiders van jongeren maken zich zorgen over het internetgebruik van kinderen en jongeren. Eén van de bezorgdheden gaat over de seksuele inhoud waarmee kinderen en jongeren gewenst of ongewenst in contact komen.

Mobiel internetgebruik

Jongeren kunnen in principe overal en de klok rond online gaan, via hun smartphone, andere mobiele toestellen, of via spelconsoles. Toch gaan jongeren vooral thuis op internet. 55% van de kinderen en jongeren tussen 9 en 16 jaar surft dagelijks op hun eigen kamer, 60% van de kinderen en jongeren surft dagelijks thuis, maar niet op hun eigen kamer (Mascheroni & Ólafsson, 2014).

Vanaf 15-16 jaar stijgt het privégebruik aanzienlijk: 78% van deze tieners gaat minstens dagelijks op internet op hun kamer en 33% doet dat op andere plaatsen (bij vrienden thuis, via WIFI-hotspots) (Mascheroni & Ólafsson, 2014).

Mobiel internet maakt toezicht door ouders en begeleiders moeilijker. De leeftijd waarop veel jonge tieners een mobiel toestel (smartphone) krijgen is net ook de leeftijd waarop jongeren bewust op zoek gaan naar informatie over seks.

Ongewenste seksuele inhoud

Jonge kinderen komen vooral per ongeluk in contact met seksuele beelden. Kinderen en meisjes geven meer aan dat ze al eens ongewenste informatie waren tegengekomen op internet (Mascheroni & Ólafsson, 2014). Jongeren vanaf ongeveer 11 jaar gaan bewust zelf op zoek naar porno om zich te informeren over seks of om seksuele opwinding te zoeken.

Jongens kijken meer

Jongens gaan meer op zoek naar porno dan meisjes. Meisjes beginnen er pas na hun eerste seksuele ervaringen mee en als ze naar porno kijken dan is het vaak samen met een partner. Op 18 jaar kan je bijna geen jongens vinden die nog geen porno hebben gezien.

Contact met porno en ander seksueel expliciet beeldmateriaal

Er is sprake van een normalisering van pornokijken, het is zelfs een beetje hip. 54% bezoekt nooit seksuele websites, 25% minder dan 1 keer per maand, 10,5% maandelijks en 10,5% wekelijks tot dagelijks (Vandenbosch, 2013). 23% van de Belgische jongeren tussen 9 en 16 heeft al seksuele beelden gezien, 6% was heel ontdaan, 7% een beetje en 15% helemaal niet (Mascheroni & Ólafsson, 2014).

Volgens een onderzoek van 'Insites' keken 7 op 10 Belgische jongeren naar porno. Bij de jongste groep (15 tot 18 jaar) ligt dat aantal iets lager, maar toch nog op 21%. Dat is exact gelijk aan het wereldgemiddelde (Insites, 2014).

Komen jongeren niet veel te veel en te vroeg met seksuele beelden in contact en verstoort dat hun normale seksuele ontwikkeling niet? Leidt porno kijken niet tot seksueel grensoverschrijdend gedrag, onrealistische verwachtingen tegenover seks of een negatief zelfbeeld?

Invloed op houding en verwachtingen tegenover seks

Onderzoeksresultaten uit Nederland (Peter & Valkenburg, 2010) tonen aan dat jongeren seksueel expliciet materiaal als meer realistisch en bruikbaar gaan beschouwen als ze er vaker mee in aanraking komen. En dat ze een meer instrumentele houding aannemen tegenover seks. Volgens ander onderzoek (Löfgren-Mårtenson & Månsson, 2010) kunnen jongeren wél het verschil maken tussen de fantasiewereld in porno en reële seks. Maar deze jongeren bevestigden wel dat die beelden hen beïnvloeden. Kijken naar porno is in elk geval meer en meer genormaliseerd onder jongeren. Internetporno zou ook zorgen voor een permissiever houding tegenover seks (Owens, 2012).

Genderstereotypen

Porno is heel rolbevestigend en stereotyperend. Mannen zijn stoer, vrouwen gewillig. Beïnvloedt dat hoe jongeren over genderrollen denken? Onderzoekers zien wel dat jongeren die naar porno kijken vaak een stereotiep beeld hebben over vrouwen, maar het eerste is niet altijd oorzaak van het tweede, jongeren kunnen ook naar porno kijken net omdat ze vrouwen als seksobject beschouwen (Owens, 2012).

Seksueel gedrag

Porno kan informatief zijn voor jongeren: het toont onverbloemd wat seks inhoudt. Tegelijk kan het jongeren in de war brengen en het beeld ophangen dat wat ze zien ook allemaal moet. Jongeren die in de vroege puberteit zitten (12-14 jaar) laten zich meer beïnvloeden door porno dan oudere jongeren (15-16 jaar) (Vandenbosch, 2013).

Grensoverschrijdend gedrag

Zet porno jongeren aan tot seksueel grensoverschrijdend gedrag? Porno kijken kan niet zomaar gelinkt worden aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. Onderzoekers zien verbanden tussen seksueel grensoverschrijdend gedrag en porno, maar die verbanden tonen niet aan dat jonge mannen bijvoorbeeld geweld plegen omdat ze naar porno kijken. Wel zien ze dat jongeren die zelf al de neiging hebben seksueel grensoverschrijdend gedrag te stellen of al een voorgeschiedenis hebben, in porno wel een bevestiging of aanmoediging vinden (Owens, 2012).

Gewelddadige porno

Onderzoek naar het effect van gewelddadige porno toont wel effect aan. Jongeren die in een onderzoek blootgesteld werden aan gewelddadige porno waren 6 keer meer 'seksueel agressief' dan jongeren die geen gewelddadige porno gezien hadden. Jongeren die niet-gewelddadige porno gezien hebben vertonen volgens het onderzoek geen verschil met jongeren die geen porno keken (Owens, 2012).

Zelfbeeld en lichaamsbeeld

Een aantal kwalitatieve onderzoeken peilden naar de invloed van porno op het zelfbeeld en het lichaamsbeeld van jongeren. Uit interviews blijkt enerzijds dat meisjes de ondergeschikte rol en lichaamsidealen van vrouwen internaliseren. Maar ander onderzoek vertelt ons dat jonge mannen niet per se vallen op vrouwen die zo uit een pornofilm stappen. Uit de mond van een participante klinkt het zo: 'Sommige jongens zijn die siliconenborsten en plastic meer dan moe' Ook jongens voelen zich vaak onzeker door porno: ben ik wel zo 'performant' als de mannen in pornofilms? (Owens, 2012).

Conclusie

Opvoeders en begeleiders kunnen niet om seksuele beelden heen. De kans dat kinderen en jongeren ermee in aanraking komen is groot.

Er zijn redenen om aan te nemen dat pornografie (en geseksualiseerde content in de media in het algemeen) invloed uitoefent op attitudes en gedrag van jongeren en dus eventueel hun normale seksuele ontwikkeling kan beïnvloeden. Maar de onderzoeksresultaten zijn niet eenduidig en veel vragen blijven onbeantwoord.

Onderzoekers pleiten ervoor om in toekomstig onderzoek veel meer te kijken naar hoe precies seks in de media het denken en doen van adolescenten beïnvloedt (Vandenbosch, 2013). Een betere kennis van de risicofactoren en beschermende factoren die de invloed van geseksualiseerde content op jongeren kunnen modereren is voor intermediairs en opvoeders uiterst belangrijk.

Er is ook een probleem met de definiëring van 'porno' en 'seksueel expliciet internetmateriaal' (SEIM) in de media en ook in wetenschappelijk onderzoek. Niet alle seksueel expliciet beeldmateriaal is pornografisch bedoeld. En de onderliggende bezorgdheid is niet altijd duidelijk. Maken we ons als volwassenen zorgen over het feit dat er naakt getoond wordt? Seksuele handelingen? De ongelijke machtsverhoudingen of eventueel geweldsscènes tussen sekspartners? We moeten als opvoeders ook onze eigen grenzen en bezorgdheden verduidelijken.

Opvoedtips

Op Seksualiteit.be vind je tips over seksuele opvoeding, ook over internet en porno. Allesoverseks.be is de jongerensite met informatie voor jongeren. De site laat jongeren kritisch kijken naar porno en laat hen er via de verhalen vooral zelf over reflecteren.

Bronnen

  • Insites Consulting (2014). 7 op 10 Belgische jongeren nog single, 26% zoekt de ware door online daten. Persbericht naar aanleiding van Valentijn. Geraadpleegd op 10/11/2014 via http://www.insites-consulting.com/wp-content/uploads/2014/02/Persbericht-BE-Valentine.pdf
  • Livingstone, 2012. Livingstone, S., Haddon, L. & Görzig, A. (Ed.). (2012). Children, risk and safety on the internet: research and policy challenges in comparative perspective. Bristol: The Policy Press.
  • Löfgren-Mårtenson & Månsson, (2010). Lust, love, and life: a qualitative study of Swedish adolescents’ perceptions and experiences with pornography. Journal of Sex Research, 47, pp. 568–579.
  • Mascheroni, G. and Ólafsson, K. (2014). Net Children Go Mobile: risks and opportunities. Second Edition. Milano: Educatt. Geraadpleegd op 16/03/2015 via http://www.netchildrengomobile.eu/reports/
  • Owens, E.W. (2012). The impact of internet pornography on adolescents: a review of the research. Sexual Addiction and Compulsivity, 19, pp. 99-122.
  • Vandenbosch, L. (2013). Self-objectivation and sexual effects of the media: an exploratory study in adolescence. Leuven: KULeuven - School voor massacommunicatieresearch.

Lees meer over

Inhoud

This should be replaced by the table of contents