Mediawijsheid en nieuwsvertrouwen. Een catch-22?
Zit de relatie tussen burgers en journalisten in een catch-22? Want enerzijds willen we burgers mediawijs maken door een gezonde dosis wantrouwen te koesteren tegenover nieuwsmedia en anderzijds willen we het vertrouwen in de journalistiek herstellen. Hoe moeten we deze vertrouwensparadox benaderen?
Hoe mediawijsheid en vertrouwen in nieuwsmedia verzoenen?
Jongeren zijn bereid om journalisten het voordeel van de twijfel te geven wanneer deze met nieuwe uitdagingen geconfronteerd worden, maar dan moeten ze wel transparant zijn in hun werkmethodes. Dat blijkt uit een kleinschalig onderzoek dat in 2016 door een team van vijf bachelorstudenten* werd uitgevoerd in het kader van hun bachelorproef in Communicatiewetenschappen (VUB). We gingen na hoe studenten stonden tegenover de belangrijkste veranderingen in de journalistiek op basis van een reeks focusgroepen en diepte-interviews.
Nieuwspersonalisatie
Bij nieuwspersonalisatie gaat het er om dat het nieuwsaanbod dat je (online) te zien krijgt aangepast is naar jou als individuele gebruiker, op basis van gebruikersdata. Deze aanpassing kan zowel expliciet als impliciet gebeuren: expliciet betekent dat de gebruiker zelf zijn voorkeuren ingeeft, impliciet betekent dat voorkeuren van de gebruiker automatisch worden bepaald door het systeem, op basis van algoritmes.
Nieuwspersonalisatie wordt door jongeren omschreven als een tweesnijdend zwaard, waarbij je enerzijds de controle verliest op het nieuws dat je krijgt, maar anderzijds je wel tijd kan besparen en je interesses kan verdiepen. Wanneer nieuws dan gepersonaliseerd wordt, vinden de jongeren in het onderzoek het vooral belangrijk dat ze ervan op de hoogte zijn, dat ze controle hebben en dat er alternatieven zijn. Inzicht in personalisatietechnieken die door redactie gebruikt worden vormt dus een belangrijk onderdeel van nieuwswijsheid.
Native advertising
De jongeren die deelnamen aan het onderzoek konden dit concept niet echt plaatsten. Nadat het werd toegelicht, werd het enerzijds omschreven als een vorm van reclame die je in de val wil lokken, maar anderzijds werd er ook begrip voor getoond. Verschillende respondenten vonden het begrijpelijk dat er steeds nieuwe, meer verdoken manieren van reclame opduiken. De meeste respondenten geven wel aan dat het verschil tussen nieuwsartikels en native advertising duidelijker moet worden aangegeven. Anders voelen ze zich in de val gelokt en dat kan de geloofwaardigheid van het artikel, de site en het nieuws doen dalen. Ook hier is het opvallend dat er begrip is voor deze praktijken, zolang redacties transparant en integer blijven.
Redactionele software
De jongeren in het onderzoek waren niet vertrouwd met het feit dat nieuwsmedia online via redactionele software bijhouden welke artikels het meest gelezen en gedeeld worden, en hun strategie daarop afstemmen. Ze gaven echter nadien aan dat het ook positief kan zijn als journalisten het goed gebruiken, al dachten ze dat het in werkelijkheid vooral gebruikt wordt voor sensatie. Ook hier valt dus weer een genuanceerde kijk op vertrouwen op, waarbij jongeren journalisten veel krediet geven, maar wel transparantie verwachten.
Clickbait
Onder de deelnemende jongeren kwamen verschillende strategieën terug om nieuws te beoordelen, zoals meerdere bronnen checken, teruggrijpen naar wetenschappelijke bronnen, letten op de schrijfstijl… Een artikel identificeren als clickbait, doelbewust geschreven om mensen ertoe te lokken door te klikken, wil nog niet zeggen dat ze er niet op klikken. Nieuwsgierigheid drijft hen dan. Maar wanneer hun vermoeden – dat de inhoud van het artikel niet overeenkomt met de titel – wordt bevestigd, dan voelen ze zich wel bedot. Dat schaadt de betrouwbaarheid, zeker van sensatiegerichte titels. Hier is dus veel minder begrip voor en dat is niet toevallig omdat redacties hier hun integriteit opgeven. Ze proberen je als nieuwsgebruiker immers doelbewust te bedotten met oninteressante informatie. Het is dus belangrijk voor redacties om te beseffen dat wanneer hun clickbait veel wordt gelezen, dat niet noodzakelijk een positief resultaat heeft op lange termijn.
Uit de catch-22 via transparantie en integriteit
Redacties kijken vaak met een beschuldigende blik naar nieuwsgebruikers. Ze betalen niet voor nieuws en lezen liever clickbait dan diepgaande artikelen. Nieuwsgebruikers zien de media dan weer als sensatiegericht en onbetrouwbaar. De werkelijkheid is veel genuanceerder. Zowel uit de cijfers van het Digital News Report als uit ons eigen kleinschalig onderzoek naar nieuwswijsheid bij jongeren, zien we dat Vlamingen best veel vertrouwen geven aan hun nieuwsmedia.
De context waarin dit vertrouwen tussen nieuwsmedia en burgers vorm krijgt is natuurlijk sterk veranderd, en blijft veranderen. Door het gemak waarmee digitale informatie verspreid wordt, betalen mensen niet makkelijk voor nieuws online en stromen reclamegelden naar distributieplatformen zoals Google en Facebook. Redacties komen daardoor steeds meer onder druk te staan om voldoende aandacht te trekken en kiezen vaak om snackbare informatie aan te bieden. Wanneer de context verandert, moeten nieuwsmedia en burgers hun vertrouwensband steeds heronderhandelen.
Vandaag staan daarbij best integriteit en transparantie centraal. Het feit dat 60% van de Vlamingen vertrouwen hebben in het nieuws zou kunnen betekenen dat zij overwegend geloven in de integriteit van nieuwsmedia, namelijk dat journalisten als doel hebben om hun publiek van betrouwbare informatie te voorzien. Dat 40% het noch eens noch oneens is met de stelling dat nieuwsmedia politiek en commercieel onafhankelijk zijn zou kunnen wijzen op het feit dat ze onvoldoende kennis hebben over hoe nieuws gemaakt wordt om hier een uitspraak over te kunnen doen.
Die transparantie staat centraal binnen nieuwswijsheid, namelijk goed kunnen inschatten hoe nieuws wordt gemaakt. Hoe meer inzicht in het productieproces van nieuws, hoe kritischer burgers kunnen staan tegenover het eindproduct? Hoe transparanter redacties daarin zijn, hoe meer krediet ze krijgen van burgers, die dan beseffen onder welke druk redacties soms staan. Burgers nieuwswijs maken hoeft dus niet te resulteren in een publiek dat geen vertrouwen heeft in nieuwsmedia. Integendeel, transparantie vanuit nieuwsredactie naar burgers toe inzake advertenties, personalisatie, clickbait, etc. kan net én nieuwswijsheid bevorderen én het vertrouwen in nieuwsmedia versterken.
* Ireen Du Bois, Jana Goyvaerts, Karima Laacheri, Helena Tessens, Iris Wyckmans