Artikel

Aan de slag met media in de bib

Auteur(s): 
Ilse Depré - De Bib Leuven

E-inclusie en mediawijsheid zijn begrippen die de laatste jaren steeds meer ingang vinden in Vlaamse openbare bibliotheken. Het vernieuwde decreet Lokaal Cultuurbeleid vermeldt het ‘inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals de digitalisering van de samenleving’ als één van de belangrijke taken van de bib. Naast het informeren en begeleiden van bezoekers tijdens hun (digitale) informatiezoektocht, kan de bibliotheek ook een rol spelen op het vlak van mediacreatie. Praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland tonen aan dat de inbreng vanuit de bibsector een interessante aanvulling vormt op het aanbod van het onderwijs en andere spelers in de socio-culturele sector.

Van beleving naar creatie

In het laatste decennium is de openbare bibliotheek verandert van ‘uitleenfabriek’  tot ‘belevenisbib’. Aangepaste plaatsingssystemen en online catalogi zorgen er enerzijds voor dat men snel vindt waarvoor men naar de bib komt, maar bieden ook hulp aan wie inspiratie nodig heeft, voor wie niet (precies) weet wat hij/zij zoekt.  De bezoeker wordt in de bib niet enkel geïnformeerd, maar ook geïnspireerd, geprikkeld en verrast. Talrijke activiteiten, van voorleessessies, lezingen en optredens tot bibdates en boekenbals, spelen in op de collectie en zetten die mee in de kijker.

Heel wat bibactiviteiten kan men klasseren onder de noemer ‘cultuurbeleving’. Jonge bezoekertjes  ‘luisteren’ naar een kamishibaiverhaal of ‘kijken’ naar een poppenspel, jongeren ‘luisteren’ naar slam poetry of ‘kijken’ naar een film, iets oudere bezoekers ‘luisteren’ naar een lezing over oorlogspoëzie of ‘kijken’ naar de schilderijen in een expo, ... Toch zijn er ook steeds meer voorbeelden van bibliotheken die cultuurcreatie in de bib zelf bevorderen.

Eén van de trends is het fenomeen van de ‘artists in residence’. In Amsterdam introduceerde het Nederlands Letterenfonds een ‘residentie voor schrijvers’, waarbij een buitenlandse schrijver onderdak krijgt in het historische en literaire hart van de stad, en tegelijk toegang tot literaire plekken zoals de universiteitsbib, de Academische Club en diverse literaire podia. Ook openbare bibliotheken zetten hun deuren open voor schrijvers. Vaak komen ze spontaan en anoniem, om in stilte te werken en gebruik te maken van faciliteiten zoals gratis wifi. Maar de bib zet ze ook vaak in de kijker. Ze krijgen een podium voor de voorstelling van hun nieuwste boek, ‘live’ geschreven in de bib. Of ze worden letterlijk tentoongesteld, zitten in een glazen kamertje midden in de bib, waar bezoekers hen aan het werk kunnen zien. De Bib Leuven stelt regelmatig een muur ter beschikking van illustratoren, naar aanleiding van een expo van hun werk of een boekvoorstelling in de bib.

Ook de bibbezoekers zelf krijgen steeds vaker de kans om actief aan de slag te gaan. Kinderen knutselen na een voorleessessie zelf verder rond het thema van het boek, of ‘recycleren’ afgevoerde boeken en maken er iets nieuws van. Jongeren leren in een workshop hoe ze zelf een stripverhaal kunnen ontwerpen, of werken in klasverband aan een raptekst. Volwassenen volgen een reeks lessen om zelf boeken voor kinderen te leren schrijven, of een masterclass poëzie.

Via wedstrijden gaan bibliotheken actief op zoek naar schrijverstalent. Brabantgedicht is een jaarlijkse strijd waarbij de bibliotheken van Leuven en zusterstad ’s Hertogenbosch jonge dichters uit de Vlaamse en Nederlandse Brabantse provincies tegen elkaar laten strijden.  Naast klassieke wedstrijden rond poëzie, essays of kortverhalen, duiken er ook verrassende en laagdrempelige vormen van literatuurcreatie op. Een mooi voorbeeld zijn de stapelgedichten, waarbij bezoekers werken uit de bibcollectie op elkaar leggen om zo met de titels op de ruggen een origineel gedicht te vormen. Een ander leuk project voor kinderen en jongeren zijn dan weer de stiftgedichten: neem een stukje tekst uit de krant, streep woorden door, tot je met de overblijvende tekst een leuk gedicht creëert. Men schrijft dus door te schrappen!

Van klassieke naar nieuwe media

Bovenstaande voorbeelden van mediacreatie spitsen zich toe op de ‘klassieke’ media waar bibliotheken tot enkele jaren geleden bijna uitsluitend mee te maken hadden: boeken, en bij uitbreiding muziek en film op fysieke dragers zoals cd en dvd. Die media krijgen de laatste jaren steeds meer concurrentie van online varianten: e-boeken, online tijdschriften, video-on-demand en digitale muziekdiensten zoals Stievie en Spotify. De bib is, zeker op digitaal vlak, lang niet meer de enige plek waar men gratis of goedkoop aan informatie en cultuurproducten kan komen. Jong maar ook oud zoekt informatie op internet, downloadt (legaal of illegaal) e-boeken, muziek en films, en heeft online van thuis uit toegang tot  veel meer informatiebronnen dan een bib via klassieke dragers ooit kan aanbieden.

Toch heeft de bib nog een belangrijke rol te spelen, als gids doorheen het oneindig grote online informatiebos, als begeleider op de informatiesnelweg. Ze introduceert nieuwe tools, zoals e-readers en tablets. Ze neemt deel aan de Digitale Week met workshops en infosessies rond digitale media: e-boeken, Facebook, Twitter, tax-on-web, ... Ze organiseert tabletcafés, waar gebruikers terecht kunnen met al hun vragen over mobiele media, apps en e-reading. Ze laat de bibbezoeker proeven van de nieuwste tools en trends.

De bib is daarbij ook een ideale partner voor het onderwijs, waar eindtermen als mediawijsheid steeds meer aandacht krijgen. Via de opleiding tot mediacoach ontwikkelen bibmedewerkers de juiste competenties om mediawijsheidprojecten op te zetten en te begeleiden. Voor kleinere bibliotheken met een gebrek aan mankracht en gespecialiseerde profielen, maar ook voor omvangrijke projecten in grotere bibliotheken, is het handig om samenwerkingen op te zetten met (boven)lokale organisaties zoals Linc, Mediaraven of Link in de kabel. Bibliotheken kunnen een faciliterende rol spelen, bv. door een locatie ter beschikking te stellen en partners met elkaar in contact te brengen, of een actievere, coachende inbreng hebben, en bv. zelf workshops organiseren en leerlingen begeleiden.

Een mooi voorbeeld van hoe bibliotheken en onderwijs elkaar kunnen vinden en samenwerken rond mediacreatie, is het project Digital Storytelling, dat uitgetest werd in de bibliotheken van Maaseik en Genk. Onder begeleiding van Locus, Bibnet en Kif Kif gingen bibmedewerkers, leraars en leerlingen aan de slag rond het thema ‘migratie’. Aan de hand van ingescande familiefoto’s, gesprekken met (groot)ouders en extra beeldmateriaal, gevonden in de bib of via het web, werd een digitaal verhaal samengesteld. Het project was niet enkel een aanleiding om in de klas te praten rond het thema multiculturaliteit, maar ook om de basistechnieken van Windows Moviemaker onder de knie te krijgen, zoektechnieken in de bib en op het web aan te scherpen, en de discussie te openen over online media en privacy.  Op de website van Bibnet kan men een inspiratiegids vinden, met bijbehorende lessuggesties. Het digital storytelling concept kan makkelijk overgezet worden op andere lesthema’s, verschillende soorten beeldmateriaal, of in projecten buiten de onderwijscontext ingezet worden. Ook met verwante technieken zoals stop motion filmpjes kan men op een makkelijke en goedkope manier met kinderen en jongeren creatief aan de slag te gaan.

De moderne bib heeft zoveel meer te bieden dan boeken, cd’s en dvd’s. Het is een ontmoetingsplek, waar ook plaats is voor games, multimedia en andere nieuwe (digitale) tools. Om jongeren mediawijs te maken en te laten experimenten met allerlei mediavormen, zetten openbare bibliotheken steeds meer in op speciaal aangepaste jongerenhoeken, met pc’s en andere multimediatools. In Chicago werd de jeugdafdeling van de bib herdoopt tot ‘Youmedia’, een leercentrum waar kinderen en jongeren terecht kunnen om hun huiswerk te maken op de pc’s, kunnen ontspannen op de gaming consoles, maar ook creatief aan de slag kunnen met multitouchtafels en zelfs een heuse opnamestudio.  Ook het fenomeen van de fablabs, coöperatieve plekken waar men o.a. 3D-printers aanbiedt, heeft zijn intrede gedaan in openbare bibliotheken.  In Friesland werd een oude bibliobus omgebouwd tot mobiel fablab, en gebruikt in projecten met plaatselijke scholen. Bibliotheken bieden jongeren dus de tools aan om creatief om te gaan met media allerhande.

Van oubollige naar hippe bib

Ter voorbereiding van de verhuis naar de nieuwe locatie aan de Waalse Krook, organiseerde de Gentse openbare bibliotheek een onderzoek onder de noemer ‘Bomb the bib’. Jongeren mochten de bib letterlijk bombarderen met ideeën, toekomstwensen en zo meebouwen aan het nieuwe bibliotheekconcept. Een enquête die door bijna 500 jongeren werd ingevuld, aangevuld met diepteinterviews en workshops, gaf een verrassend beeld van de verwachtingen van deze doelgroep.

Hoewel andere media ook gewenst zijn in een moderne bib, vinden jongeren dat boeken centraal moeten blijven. De bib moet hen wel prikkelen om nieuwe dingen te ontdekken en te leren, en daarom is een ‘experimentele ruimte’, waar men bv. filmpjes kan monteren, een belangrijke troef. De bib is verder vooral  een aangename ontmoetingsplaats, waar de jongeren samen met vrienden schoolwerk kunnen maken, online kunnen zijn, of gewoon even weg van thuis.

Traditioneel heeft de bib voor kinderen en vooral jongeren een sterke link met de school: velen van hen bezoeken de bib tijdens de lesuren met een leerkracht, of vertoeven er na de schooltijd om een taak voor te bereiden of om te studeren.  Het is daarom belangrijk om tijdens de obligate ‘bibliotheekintroducties’ verder te gaan dan een klassieke rondleiding tussen de rekken, maar te laten zien dat de bib een plek is die mee is met haar tijd, die investeert in nieuwe media, online te vinden is op sociale tools, en die meer kan bieden dan wat de jongere zou verwachten.

Voor jongere kinderen is een bibspel als introductie een vaste waarde, maar bij jongeren grijpt men toch vaak terug naar voor hen saaiere rondleidingen. Nochtans kan ook voor die doelgroep het speleffect een interessante meerwaarde bieden, zonder dat het kinderachtig wordt. ‘Gamification’, of het gebruik van spelelementen bij banale taken en dingen, is immers een fenomeen waarmee we elke dag meer en meer te maken krijgen.  Vooral de introductie van nieuwe media in zo een bibliotheekintroductiespel zorgt voor een extra dimensie voor jongeren, en is meteen ook een handig aanknopingspunt om rond mediawijsheid te werken.  

Een origineel voorbeeld van hoe je een bibintroductie en informatiegeletterdheid kan versmelten tot een boeiend spel, is de ‘Battle in de Bib’, aangeboden voor 12 tot 13-jarigen in de bibliotheek van Genk. Groepjes leerlingen nemen het tegen elkaar op in een spannende strijd, aangestuurd via een computerspel. Elk team vormt de redactie van een fictief tijdschrift. Aan de hand van vragen en opdracht in de bib kunnen ze info verzamelen voor een artikel. Op basis van hun snelheid en de juistheid van de antwoorden, verdienen ze per artikel een aantal lezers. Wie aan het einde van de strijd de meeste lezers heeft, wint de bibbattle. Tijdens de opdrachten leren ze niet enkel de bib kennen, maar ook enkele nuttige informatievaardigheden, die hen bij een bibbezoek en/of online van pas kunnen komen.

Een dergelijk spel kan ook voor een specifiek thema gebruikt worden. De Bib Leuven testte in 2013 het interactieve ipadspel ‘Vogels in nesten’ met enkele klassen uit, naar aanleiding van Gedichtendag. De jongeren moesten in de bib op zoek gaan naar bepaalde objecten: de afbeelding van een vogel, een bepaald boek, hun eigen bibliotheekpas, en die scannen via een  speciaal ontwikkelde app. Via die scans kregen ze telkens een nieuwe opdracht en een regel, die samen het eerste Oudnederlandse liefdesgedicht vormden: hebban olla vogala... Tijdens het spel kregen de jongeren op een speelse manier een bibinitiatie, leerden ze werken met nieuwe media zoals de ipad, en vormde het thema van het spel een handige introductie tot poëzie en/of de Oudnederlandse taal, waarop de leerkracht in de klas verder kon werken.

In bovenstaande voorbeelden werken de leerlingen wel met nieuwe media, maar ze gebruiken ze vooral als hulpmiddel. Vogels in nesten maakte gebruik van de ‘augmented reality’ app Junaio, waarmee men niet enkel QR-codes (moderne streepjescodes) kan scannen, maar om het even welke figuur, voorwerp of gebouw. Wanneer de app de afbeelding herkent, dan krijg je extra informatie. Er zijn tientallen bekende en minder bekende apps die gebruikt kunnen worden om zelf een interactieve rondleiding of een bibspel te creëren, en jongeren er zelf mee aan de slag te laten gaan. Verspreid tips en opdrachten via Twitter, laat leerlingen op een bepaalde locatie ‘inchecken’ via Foursquare, vraag hen om foto’s te nemen als deel van een opdracht, en deze te delen via Instagram, laat hen samenwerken via Trello, of stuur zelf een tijdelijke fototip door via Snapchat. Met wat verbeelding zijn dagdagelijkse apps en sociale media snel om te zetten in een boeiend mediaspel, waarbij jongeren niet enkel de tools leren kennen, maar er zelf ook creatief mee aan de slag kunnen gaan.

Dat was ook het geval in het multimediaspel I@ school, ontwikkeld door Mediaraven voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Leerlingen en leerkrachten uit vier Leuvense scholen kregen workshops aangeboden in de bib, en kwamen zo in contact met sociale media zoals blogs, met het monteren van video en geluidsfragmenten en met tips over online schrijven. Bedoeling was om de scholen vertrouwd te maken met de basiscompetenties om in een tweede deel van het project zelf media te creëren via digitale mobiele tools zoals tablets en apps. Na de opleiding gingen leerlingen en leerkrachten zelf aan de slag. De leerlingen kregen tablets ter beschikking, er werd een redactie per school opgericht, en samen werkte men aan een multimediale schoolblog vol reportages, foto’s en videofragmenten. Per stad namen de deelnemende scholen het tegen elkaar op voor de titel van beste schoolblog.  De winnende school kreeg tijdens een feestelijke uitreiking in de bib een VJ-workshop cadeau van Eline De Munck, meter van het project.

Een project zoals I@ school bewijst dat men als bib op een eenvoudige wijze kan inzetten op mediawijsheid en mediacreatie, dankzij een samenwerking met partners zoals Mediaraven en scholen uit de omgeving. De bib fungeerde tijdens het pilootproject in Leuven als een interessante locatie voor de workshops en een neutrale plek voor de finaleviering. De leerlingen en leerkrachten van de vier scholen leerden de bibliotheek op een andere manier kennen, wat hopelijk in de toekomst leidt tot nieuwe mediawijsheidsprojecten, waarbij de bib de logische partner is voor het onderwijs.

Tot slot

De meer dan 300 openbare bibliotheken in Vlaanderen verschillen onderling erg van elkaar. Ze hebben allemaal een rol te spelen in het kader van mediawijsheid en het bestrijden van de digitale kloof, maar elk binnen hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Kleinere bibliotheek zullen vooral moeten samenwerken met andere organisaties, en een faciliterende rol op zich nemen. De grotere kunnen dan weer op zoek gaan naar specifieke profielen binnen hun personeelsbestand, of een medewerkers (deels) vrijmaken om de rol van mediacoach op zich te nemen en grotere projecten te trekken.

Belangrijk is altijd om de bib te zien als deel van een groter netwerk op gemeentelijk, provinciaal en regionaal verband. Het in kaart brengen van de andere spelers zorgt ervoor dat men nieuwe potentiële partners kan bereiken, blinde vlekken kan ontdekken in het aanbod van de gemeente, en de dienstverlening van de bib verder kan afstemmen op de noden van de omgeving. Hoe klein of groot een openbare bibliotheek ook is, samen met partners uit het onderwijs, met andere bibliotheken in een regiogroep, of met bovenlokale partners zoals Mediaraven, staan ze sterker. 

Lees meer over

Inhoud

This should be replaced by the table of contents