Werken aan digitale basisvaardigheden in Nederlandse bibliotheken
Nederland telt zo’n 1,6 miljoen digibeten. Digibeten zijn mensen die over onvoldoende computer- en internetvaardigheden beschikken om volledig te kunnen participeren in de huidige informatiemaatschappij.
Door de verdere digitalisering van de maatschappij dreigt deze groep (nog meer) uit de boot te vallen: op de arbeidsmarkt draagt ICT bij aan een hogere arbeidsproductiviteit en ook in het onderwijs worden steeds meer digitale toepassingen gebruikt. Om nog maar te zwijgen van de enorme hoeveelheid tijd die jongeren heden ten dage online doorbrengen. Bovendien zijn zowel private als publieke instellingen in hoge mate bezig hun dienstverlening te digitaliseren, waardoor burgers dus steeds meer afhankelijk worden van de technologische vernieuwingen. Zo wil de Nederlandse overheid bijvoorbeeld in 2017 haar dienstverlening volledig digitaal laten verlopen. Kennis van ICT en internet is bijgevolg onontbeerlijk
Er bestaat in Nederland dus een kloof tussen burgers die wel over voldoende digitale vaardigheden bezitten en burgers die niet over voldoende digitale vaardigheden beschikken.
Terwijl de digitale kloof voorheen bestond uit het verschil tussen mensen die wel toegang hadden tot computers en internet en mensen die dit niet hadden, dreigt de nieuwe digitale kloof vooral te ontstaan tussen hoger en lager opgeleiden. Internet biedt economische en maatschappelijke kansen waar vooral hoger opgeleiden optimaal van profiteren om doelen te bereiken en kansen te benutten. Ze gebruiken internet voor informatie, educatie en ontwikkeling en hun carrière. Lager opgeleiden hebben in het algemeen minder vaardigheden om het internet op deze manier te gebruiken. Hierdoor zijn ze ook minder goed in staat om hun positie te verbeteren.[1]
In dit artikel wordt er ingegaan op de rol die de bibliotheek kan spelen op het gebied van het bevorderen van digitale vaardigheden van burgers, welke maatschappelijke effecten dit heeft en hoe je deze effecten in kaart kan brengen op het niveau van de eindgebruiker a.d.h.v. een praktijkvoorbeeld in Nederland.
Veranderende rol van de bibliotheek
De traditionele rol van de bibliotheek als toegangspoort tot pluriforme en betrouwbare informatie staat onder druk. Door de digitalisering is informatie tegenwoordig gemakkelijk via internet te verkrijgen. Bovendien versterken de snel ontwikkelende informatietechnologieën de mogelijkheden om informatie te delen. De ontwikkelingen op technologisch, maatschappelijk en economisch gebied maken dat de bibliotheken hun dienstverlening anders moeten gaan inrichten. Het belang van uitleningen wordt minder, maar er ligt voor de bibliotheek van de toekomst wel een grote rol weggelegd op maatschappelijk en sociaal vlak. Door de verdergaande individualisering wordt het belang van de bibliotheek op lokaal vlak als verbinder tussen mensen en de lokale gemeenschap, de lokale overheid, het lokale bedrijfsleven en de lokale maatschappelijke organisaties steeds belangrijker. De bibliotheek profileert zich steeds meer als lokaal, educatief leercentrum waar verschillende doelgroepen uit de samenleving terecht kunnen om informele leertrajecten te volgen.
Leertrajecten om de basisvaardigheden van burgers te verhogen, behoren hier ook toe. Steeds meer bibliotheken pakken deze functie op. Alsmaar meer burgers komen naar de bibliotheek om daar een laagdrempelige cursus op het gebied van lees-, schrijf en digitale vaardigheden te volgen.
Voor het verhogen van de digitale vaardigheden van burgers zetten bibliotheken in Nederland veelal het online learning programma Klik & Tik in. Dit programma is eenvoudig aan te bieden en heeft weinig begeleiding nodig. Bibliotheken zetten het op verschillende manieren in: zo kunnen mensen langskomen tijdens een digitaal oefenspreekuur zelfstandig kunnen komen oefenen en indien zij hulp nodig hebben, dit kunnen vragen aan de bibliotheekmedewerkers of vrijwilligers. In andere gevallen wordt Klik & Tik aangeboden via een gerichte cursus die de bibliotheek zelf rondom het programma ontwikkeld heeft.
Ook de toevoer van de cursisten verschilt: sommige bibliotheken adverteren in lokale media en zorgen zodoende voor de eigen toevoer van cursisten. Op veel plekken hebben de bibliotheken ook samenwerkingsverbanden met het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het UWV is verantwoordelijk voor de uitkeringen van werklozen, arbeidsongeschikten, zieken e.d. De samenwerking bestaat eruit dat medewerkers van het UWV klanten die over onvoldoende digitale vaardigheden beschikken doorverwijzen naar de bibliotheek om daar Klik & Tik te volgen. Deze werkwijze is een aantal regio’s zeer succesvol. Soms wordt bij deze werkwijze ook nog een formele onderwijsinstelling ingeschakeld. Meestal is dat het ROC (regionaal opleidingscentrum).
Maatschappelijke effecten
Behalve dat de bibliotheek zich steeds meer ontwikkelt als lokaal educatief centrum wordt zij ook steeds meer geacht resultaatgericht te werken en de effecten van haar dienstverlening in kaart te brengen. Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken ondersteunt deze ontwikkeling en coördineert en regisseert op landelijk niveau de ontwikkelingen hieromtrent. Zo heeft het verschillende monitorinstrumenten laten ontwikkelingen om de opbrengsten van verschillende bibliotheekprogramma’s in kaart te brengen. Het heeft dit bijvoorbeeld gedaan voor het landelijke project de Bibliotheek op school. Waar de interventie van de bibliotheek op het vlak van het leesplezier van de leerling in kaart wordt gebracht. Door passende en afwisselende boekencollecties, die meer afgestemd zijn op de interesses van de kinderen de school in te brengen, gaan kinderen meer lezen en dit heeft dan weer een positieve invloed op hun taalontwikkeling.
Ook voor het online oefenprogramma Klik & Tik heeft het sectorinstituut een monitorinstrument laten ontwikkelen. Met deze monitoren hebben de bibliotheken ook instrumenten in handen om de effecten van hun dienstverlening inzichtelijk te maken voor hun subsidiënten (in de meeste gevallen de gemeente). Terwijl de uitleningen naar beneden gaan en gemeenten hierdoor neigen de subsidies aan de bibliotheken terug te schroeven, kunnen de bibliotheken met deze instrumenten hun maatschappelijke, maar ook economische meerwaarde aantonen. Burgers die over voldoende basisvaardigheden beschikken, hebben immers een betere positie op de arbeidsmarkt.
Opbrengsten Klik & Tik-monitor
De Klik & Tik-monitor richt zich op het structureel beantwoorden van de volgende onderzoeksvragen:
- In hoeverre draagt het aanbod van Klik & Tik in de bibliotheken en de dienstverlening daaromheen, bij aan de vaardigheid van de deelnemers om de routines die in de Klik & Tik-oefeningen aan de orde komen, correct toe te passen?
- In hoeverre stimuleert het aanbod deelnemers gebruik te maken van (andere) internettoepassingen en zelf verder te oefenen met internet?
- In hoeverre helpt het aanbod deelnemers internetangst te overwinnen en deel te nemen aan nieuwe ontwikkelingen?
- In hoeverre draagt het aanbod van Klik & Tik bij aan (vervolg)gebruik van de bibliotheek?
- In hoeverre zijn de deelnemers tevreden met de Klik & Tik-programma’s en de dienstverlening in de bibliotheek daarbij?[2]
In 2012-2013 hebben in totaal 275 deelnemers meegedaan aan de monitor. De deelnemers bestonden uit ongeveer evenveel mannen als vrouwen en waren overwegend laag tot middelbaar opgeleid. Een kwart van de deelnemers had alleen primair onderwijs genoten.
Uit deze meting blijkt ook inderdaad dat samenwerking met het UWV een positief effect heeft op het aantal deelnemers. Bijna 50 % van de deelnemers is doorverwezen via het UWV, 25 % heeft direct van de bibliotheek vernomen over de Klik & Tik-dienstverlening, 22% uit een (lokale) krant.
Effecten
Mensen die Klik & Tik gevolgd hebben, zijn na afloop vaardiger; zij kunnen dan over het algemeen een zoekmachine bedienen, inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord en formulieren invullen op internet.
Daarnaast worden deelnemers enthousiast en worden zij geactiveerd in hun privéleven meer met internet te doen. Tevens heeft het volgen van Klik & Tik nog positieve bijkomende effecten: in sommige gevallen blijkt namelijk dat Klik & Tik ondanks het lage taalniveau, toch te talig wordt bevonden. Deelnemers worden dan doorverwezen naar een lees- en schrijfcursus. Soms ook bij de bibliotheek, soms bij een formele onderwijsinstelling. Ook gaan deelnemers voor het verder door ontwikkelen van hun vaardigheden vaak een officieel traject in bij een formele onderwijsinstantie en worden zij over het algemeen een stuk zelfredzamer.
Aanpak in de bibliotheek is succesvol!
Algemene conclusie is dus dat laagdrempelig aanbod in de bibliotheek op het gebied van digitale vaardigheden een positief effect heeft op de deelnemers: zij worden vaardiger, krijgen meer zelfvertrouwen, zijn zelfredzamer en zijn meer geneigd een formeel vervolgtraject te volgen, waardoor zij uiteindelijk beter kunnen functioneren in de maatschappij.
Voor de bibliotheek biedt het kansen zich (nog) meer te profileren als educatief centrum waardoor zij in de lokale samenleving een belangrijke maatschappelijke rol vervult ten behoeve van de sociale inclusie van burgers.