Artikel

Mediawijsheidscompetenties testen bij anderstaligen

In het project Migrant Liter@cies gaat Mediawijs samen met 8 partners uit 7 landen op zoek naar de beste praktijken waarbij ICT en (sociale) media worden ingezet om een taal te leren. We focussen ons daarbij op praktijken die zich richten tot volwassen nieuwkomers.

  • Het eerste jaar (net afgerond) was vooral een verkennen van wat er in de 8 landen aan praktijken bestaat;
  • Dit tweede jaar testen we praktijken uit de partnerlanden uit in eigen land (interesse? Mail bert.pieters@mediawijs.be);
  • In jaar 3 werken we diverse toolkits uit en organiseren we een internationale MOOC voor leerkrachten in basis- en volwasseneneducatie.

ICT en mediawijsheid, dat hoort bij een taalcursus!

De situatie waarin talen worden aangeleerd is in elk land zeer anders (In Sicilië bestaan klasgroepjes zelden uit meer dan dan 6 leerlingen, in Slowakije zijn er weinig laaggeletterde migranten, in Estland is er maar één school in het hele land die taallessen geeft aan migranten, …) en ICT in de lespraktijk is niet in elk land even ingeburgerd. Toch is er consensus: ICT gebruiken en mediawijsheid bijbrengen, dat hoort bij een taalcursus! Je hebt immers digitale toepassingen nodig om te functioneren in de maatschappij: om je weg te vinden, de busuren op te zoeken of te solliciteren.

Het is dus zaak om op zoek te gaan naar die digitale toepassingen die van nut zijn voor cursisten, waar ze liefst zelf mee aan de slag kunnen, ook buiten de cursus.

Digitale en mediawijze competenties testen?

Uiteraard komen cursisten niet als een onbeschreven blad toe in de les. Ze kennen misschien geen Nederlands, maar velen zijn heel handig met diverse apps. En het liefst van al ga je met die aanwezige kennis en vaardigheden aan de slag.

Maar… hoe krijg je nu zicht op die digitale competenties als de cursist de taal niet machtig is?

Op de laatste ‘Learning, Teaching and Training Activity’ in Tilburg bogen de Migrant-Liter@cies-partners zich hierover en we kwamen uit op deze methodiek:

  1. VRAAG of ze een smartphone, tablet of computer hebben.
  2. Vraag of je even mag KIJKEN: welke apps staan erop?
  3. Laat hen één of meerdere apps TONEN (aan jou persoonlijk, of aan de hele groep): hoe gebruiken ze die precies? Vraag om uitleg, ook al ken je de app.
  4. ANALYSEER samen: voor welke functies kan je deze app gebruiken? (om te communiceren, om je te informeren, om inhoud te creëren, om (jezelf) te beschermen, om samen te werken …)

De voordelen

Het voordeel van deze methode, is dat het al vroeg in het leertraject aan bod kan komen. De cursist kan gerust alles in het Arabisch, Farsi of Bulgaars uitleggen. Doordat die de werking van een app kan tonen, krijg je als leerkracht een zicht op iemands mediacompetenties.

Al moet je uiteraard opletten dat je geen voorbarige conclusies trekt. Het is niet omdat iemand geen bank-app op de smartphone heeft staan, dat hij die niet kan gebruiken. Misschien heeft hij gewoon de gewoonte om steeds naar het kantoor te gaan.

Een ander voordeel is dat je op deze manier ook inzicht krijgt in de overheersende media-ideologie van een cursist. Een media-ideologie kan je omschrijven als de manier waarop iemand vindt dat media moeten gebruikt worden: Moet je continu bereikbaar zijn? Hoe lang mag het duren voor je antwoordt op een berichtje? Mag je liegen over je status op Facebook (en bv. een zogezegde relatie hebben met een hond?) of moet alles steeds Facebook official zijn? Gebruik je mails enkel voor formele gesprekken of kan het ook informeel? …

Elke mediagebruiker bepaalt aan de hand van ervaringen van en binnen de sociale omgeving wat wel en niet binnen elk medium past. Deze ideologie is dus vaak gelijk voor individuen binnen dezelfde vriendengroep. Maar belangrijk voor elke leer- en werkcontext: als de media-ideologie niet gelijk is, kan er veel irritatie ontstaan. Het is dus goed om media-ideologieën te achterhalen en te expliciteren.  

Meer over media-ideologieën: Gershon, Ilana. 2010 “Media Ideologies: An Introduction.” Journal of Linguistic Anthropology, 20(2).

Links

Lees meer over

Gerelateerd

Onderzoeksmonitor
augustus 2020
Onderzoeksmonitor
april 2020
Onderzoeksproject
maart 2015 - maart 2019